direct naar inhoud van 5.12 Flora en fauna
Plan: Kemphaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0861.201201KEMPHAAN-0401

5.12 Flora en fauna

Het natuurbeschermingsrecht is te vinden in verdragen, Europese en nationale regelgeving en in nationaal en provinciaal beleid. Europeesrechtelijk zijn de vogel- en habitatrichtlijn van belang. Deze richtlijnen zijn door middel van bepalingen in de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) en de Flora- en Faunawet (Ffw) omgezet in nationale regelgeving. Naast deze wettelijke regelgeving is er ook beleid. Dit beleid is te vinden in de Nota Ruimte, Spelregels EHS en provinciale structuurvisies. Het doel van deze regelgeving en beleid is het waarborgen van de biologische diversiteit. Inhoudelijk kan onderscheid worden gemaakt tussen bescherming van gebieden en soorten.

De wettelijke bescherming van gebieden is geregeld in de Nbw 1998. De belangrijkste beschermde gebieden zijn de Natura 2000-gebieden. Dit zijn de gebieden die op grond van Europees recht moeten worden beschermd. Als een ingreep in of in de nabijheid van deze gebieden plaatsvindt, dan kan sprake zijn van een vergunningplicht. Toetsing vindt plaats op basis van de habitattoets. Op de vergunningplicht zijn overigens een aantal belangrijke uitzonderingen. Het voert te ver om deze hier te bespreken. Ook zijn er gebieden die enkel op grond van nationaal recht worden beschermd. Dit zijn de beschermde natuurmonumenten. Vaak is echter sprake van samenloop met Natura 2000-gebieden. In dat geval geldt een samenloopregeling.

De bescherming van soorten is geregeld in de Ffw. Niet alle soorten zijn in gelijke mate beschermd. Voor de soorten die het strengst beschermd zijn (kort gezegd: de soorten op bijlage IV van de habitatrichtlijn), moet onder omstandigheden een ontheffing worden aangevraagd bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Voor andere soorten kan het mogelijk zijn dat op basis van een door de Minister van LNV goedgekeurde gedragscode wordt gewerkt.

Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen Natura 2000 gebieden aanwezig. Het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied is het gebied 'Kempenland-West' De afstand tot dit gebied is meer dan 4 kilometer.

Binnen het plangebied is de EHS niet aanwezig. Deze bevindt zich wel net ten noorden van het plangebied in de vorm van bospercelen ten noorden van de Meerhovendreef.

De bestaande bebouwing binnen het plangebied is inmiddels gesloopt en het gehele terrein is braakliggend. De aanwezigheid van beschermde flora en fauna is op deze locatie dan ook zeer onwaarschijnlijk. Wel is in het kader van het planvoornemen een quickscan flora en fauna uitgevoerd.

5.12.1 Quickscan flora en fauna

Naar aanleiding van een wijziging van het bestemmingsplan is er een quickscan in het kader van de Flora- en faunawet uitgevoerd naar de mogelijke effecten van deze plannen op beschermde flora en fauna. Van genoemd onderzoek volgen hier de resultaten en conclusies.

  • Planten: Er zijn geen beschermde plantensoorten aangetroffen binnen het onderzoeksgebied. Gezien het gecultiveerde en voedselrijke karakter zijn deze ook niet te verwachten. Nader onderzoek of een ontheffing is niet nodig.
  • Vogels: Beschermde broedvogels kunnen in het gebied voorkomen in de aanwezige bomen en struiken. Daarom is het van groot belang met het broedseizoen van deze beschermde vogelsoorten rekening te houden. Dit betekent dat rooien van deze hogere vegetatie buiten het broedseizoen moeten plaatsvinden om verstoring te voorkomen. EL&I geeft als richtlijn voor het broedseizoen de periode half maart tot half juni. Algemeen wordt aangehouden dat het broedseizoen van de meeste vogels loopt van half maart tot half juli. Om rekening te houden met een klein aantal soorten die eerder of later broeden wordt aangeraden tussen half februari en eind augustus de bomen niet te rooien. Tijdens het veldbezoek is verder gelet op de aanwezigheid van jaarrond beschermde nesten. Deze zijn niet aangetroffen en worden ook niet verwacht. Nader onderzoek is dan ook niet nodig.
  • Vleermuizen: Het onderzoeksgebied is naar verwachting van beperkt belang voor vleermuizen. Het zal onderdeel uitmaken van het foerageergebied. Het onderzoeksgebied maakt echter slechts een marginaal onderdeel hiervan uit. Negatieve effecten op het foerageergebied worden dan ook niet verwacht. De aanwezige bomen bevatten geen holtes of andere geschikte plekken die als verblijfplaats kunnen dienen. Ook de noodgebouwen zijn voor dit doel ongeschikt. Gezien de beperkte grootte en de afwezigheid van lijnvormige elementen worden er evenmin effecten op eventueel aanwezige vaste vliegroutes verwacht. Nader onderzoek of een ontheffing is niet nodig.
  • Grondgebonden zoogdieren: Er zijn geen grondgebonden zoogdieren waargenomen. Het gebied zal gezien de stedelijke ligging en het gecultiveerde karakter slechts voor enkele algemene soorten van enig belang zijn. Er zijn alleen algemeen beschermde soorten te verwachten waarvoor in het kader van de werkzaamheden een algemene vrijstelling geldt. Nader onderzoek of een ontheffing is niet nodig.
  • Amfibieën: Binnen het onderzoeksgebied is, buiten een mogelijk aanwezige tuinvijver in de omgeving, geen potentieel voortplantingswater aanwezig. Het terrein is door bebouwing en verhardingen nauwelijks geschikt voor amfibieën. Eventueel aan te treffen amfibieën binnen het onderzoeksgebied als geheel hebben met name betrekking op zwervende individuen van algemene beschermde soorten waarvoor in het kader van de werkzaamheden een vrijstelling geldt. Ook de strenger beschermde alpenwatersalamander kan als zwerver zich mogelijk nog binnen het onderzoeksgebied bevinden. Nader onderzoek of een ontheffing is echter niet nodig.
  • Vissen en reptielen en ongewervelden: In het onderzoeksgebied zijn geen beschermde reptielen, vissen en ongewervelden waargenomen. Gezien de biotoopvoorkeur en verspreidingsgegevens zijn deze ook niet in het onderzoeksgebied te verwachten. Nader onderzoek of een ontheffing is dan ook niet nodig.

Maatregelen waarbij bomen en andere houtige vegetatie verwijderd wordt dienen buiten het broedseizoen uitgevoerd te worden. Nader onderzoek of een ontheffing is niet nodig.

De 'Notitie Flora- en faunawetonderzoek Kemphaan Veldhoven', van Ecologica BV (d.d. 15 mei 2012, nr. P2011/90) is als Bijlage 1 bij deze toelichting opgenomen.