direct naar inhoud van 5.11 Water
Plan: Kemphaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0861.201201KEMPHAAN-0401

5.11 Water

5.11.1 Inleiding

Water vormt een steeds belangrijker aspect bij ontwikkelingen op onder meer het gebied van woningbouw en bedrijventerreinen. Belangrijke thema's zijn: het vasthouden in plaats van direct afvoeren van hemelwater, het hergebruik van water, het zuinig omgaan met drinkwater en het beperken van de onttrekking van grondwater. Het is dan ook verplicht om in de toelichting bij een bestemmingsplan te verantwoorden op welke wijze rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Dit is bepaald in artikel 3.1.6, eerste lid, sub b van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Deze verantwoording wordt ook wel de waterparagraaf genoemd. Dit hoofdstuk kan als zodanig beschouwd worden.

5.11.2 Watertoets

De watertoets is een verplicht onderdeel van elke planologische procedure. Doel van de watertoets is het waarborgen van waterhuishoudkundige doelstellingen door waterbelangen reeds in een vroeg stadium bij de planvorming te betrekken.

Het grondgebied van de gemeente Veldhoven valt binnen het werkgebied van Waterschap De Dommel. In het kader van de watertoets wordt onderhavige paragraaf voorgelegd aan Waterschap De Dommel.

5.11.3 Waterbeleid
Waterbeheerplan

Het waterbeheerplan 'Krachtig Water' is een strategisch document. Het Waterschap geeft hierin aan wat de doelen zijn voor de periode 2010-2015 en hoe het waterschap die wil bereiken. Het waterbeheerplan is afgestemd op het Stroomgebiedsbeheerplan Maas, het Nationaal Waterplan en het Provinciaal Waterplan. In de projecten worden de doelen uitgewerkt van dit waterbeheerplan in concrete maatregelen.

Dit waterbeheerplan beschrijft de doelen en inspanningen van Waterschap De Dommel voor de periode 2010-2015.

De volgende indeling in thema's is gemaakt:

  • Droge voeten:

Voor het thema Droge voeten worden gestuurde waterbergingsgebieden aangelegd, zodat de kans op regionale wateroverlast in 2015 in bebouwd gebied en een deel van de kwetsbare natuurgebieden acceptabel is. In beekdalen die in zeer natte perioden van oudsher overstromen, wordt geen overstromingsnorm toegepast.

  • Voldoende water:

Voor Voldoende water worden de plannen voor het gewenste grond- en oppervlakteregime (GGOR) in zowel landbouw- als natuurgebieden uiterlijk in 2015 vastgesteld. Met de realisatie van maatregelen in de belangrijkste verdroogde natuurgebieden (Topgebieden) wordt stevig aan de slag gegaan.

  • Natuurlijk water:

Voor het thema Natuurlijk water wordt de inrichting en het beheer van de watergangen gericht op het halen van de ecologische doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water en uit de functies 'waternatuur' en 'verweven' uit het Provinciaal Waterplan. Om deze doelen te halen wordt verder gegaan met beekherstel, de aanleg van ecologische verbindingszones en het opheffen van barrières voor vismigratie. Deze maatregelen worden zoveel mogelijk uitgevoerd per gebied, in één samenhangend maatregelenpakket met herstel van Topgebieden en verbetering van de water(bodem)kwaliteit.

  • Schoon water:

Voor Schoon water wordt het proces van samenwerking met gemeenten in de waterketen doorgezet. Gezamenlijke optimalisatiestudies worden uitgevoerd en afspraken worden vastgelegd in afvalwaterakkoorden. Verder wordt een deel van de rioolwaterzuiveringen vergaand verbeterd om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Bron- en effectgerichte maatregelen worden genomen om kwetsbare gebieden te beschermen.

  • Schone waterbodem:

Bij het thema Schone waterbodems worden vervuilde waterbodems aangepakt in samenhang met beekherstel. Afhankelijk van de soort verontreiniging wordt er gesaneerd, beheerd of geaccepteerd.

  • Mooi water:

Voor Mooi water worden, bij inrichtingsprojecten van het Waterschap, de waarden van water voor de mens vergroot. Dit wordt gedaan door ruimte te bieden aan recreatiemogelijkheden, landschap en cultuurhistorie.

Kadernota Stedelijk Water

De Kadernota Stedelijk Water vormt voor het waterschap de koepel waaronder een groot aantal kennisprojecten, beleidsuitwerkingen maar ook maatregelen gericht op stedelijk waterbeheer zullen plaatsvinden.

Met stedelijk water bedoelen we grond- en oppervlaktewater in het gebouwd gebied, inclusief relevante bebouwing en industrie terreinen in het buitengebied. Daarmee vallen ook dorpskernen binnen de reikwijdte van deze nota.

Hydrologisch neutraal ontwikkelen

Waterschap De Dommel heeft, samen met waterschap Aa en Maas, een traject doorlopen om duidelijkheid te krijgen over het begrip 'hydrologisch neutraal bouwen'. Dit heeft geleid tot de notitie 'Ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk'. Deze notitie geeft een inhoudelijke uitwerking en onderbouwing van de beleidsterm 'hydrologisch neutraal bouwen'. Bovendien geeft de notitie (nieuwe) uitgangspunten en randvoorwaarden van beide waterschappen bij hydrologisch neutraal bouwen. Deze worden toegepast in het proces van de watertoets.

Hydrologisch neutraal bouwen wil zeggen dat de hydrologische situatie minimaal gelijk moet blijven aan de oorspronkelijke situatie. Hierbij mag de oorspronkelijke afvoer uit het gebied niet overschreden worden en de GHG (gemiddeld hoogste grondwaterstand) niet worden verlaagd. Waar mogelijk wordt geanticipeerd op de GHG die in het kader van GGOR wordt vastgesteld.

Het waterschap gaat uit van hydrologisch neutraal ontwikkelen, omdat ook andere ontwikkelingen dan bouwprojecten dienen te worden getoetst. In principe heeft elke ruimtelijke ontwikkeling invloed op de hydrologie. De beleidsterm 'hydrologisch neutraal' heeft dan ook vooral betrekking op het zo veel mogelijk (binnen de ontwikkeling) neutraliseren van de negatieve hydrologische gevolgen van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.

Keur oppervlaktewateren

Het waterschap is verantwoordelijk voor de waterhuishoudkundige verzorging (waterkwaliteit en kwantiteit) binnen het plangebied. Voor waterhuishoudkundige ingrepen is de 'Keur Oppervlaktewateren Waterschap De Dommel' van toepassing.

De Keur is een waterschapsverordening die gebods- en verbodsbepalingen bevat met betrekking tot ingrepen die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. Zo is het onder andere verboden om handelingen te verrichten waardoor het onderhoud, aanvoer, afvoer en/of berging van water kan worden belemmerd zonder instemming van het waterschap De Dommel.

Daarnaast is het plaatsen van bouwwerken en bomen binnen 5 meter en het plaatsen van overige obstakels binnen 4 meter uit de insteek van watergangen, welke in het beheer en onderhoud zijn van waterschap De Dommel, alleen toegestaan met een ontheffing van het waterschap. Binnen 25 meter vanaf de insteek van watergangen met de functie waternatuur mogen er geen bouw- en graafwerkzaamheden worden verricht.

Hydrologische gevoelige delen van het beheersgebied zijn op bij de keur behorende keurkaarten aangewezen als keurbeschermingsgebieden en attentiegebieden. Attentiegebieden komen niet voor in of in de nabijheid van het plangebied. Ten noorden en ten westen van het plangebied zijn enkele locaties, in het buitengebied, aangeduid als keurbeschermingsgebied. Voor deze gebieden geldt een anti-verdrogingsbeleid gericht op behoud en/of herstel van grondwaterstanden en kwelsituaties. Het plangebied zelf valt buiten een keurbeschermingsgebied, derhalve wordt dit niet verder in het bestemmingsplan opgenomen.

Gemeentelijk beleid

Het gemeentelijk beleid is erop gericht om zo veel mogelijk in te haken bij kansen in de wijk. Bij renovatie van woningbouw, inrichting van openbare ruimte en vervanging in het rioleringsstelsel zal steeds gezocht worden naar mogelijkheden voor verbeteringen van de waterhuishouding.

5.11.4 Bodem en watersysteem
Bodem

De bodem in Veldhoven bestaat voornamelijk uit dekzanden (Pleistoceen). De hogere delen zijn droog en bestaan uit fijn zand. Vaak zijn deze gronden (oude bouwlanden) eeuwenlang opgehoogd met potstalmest, waardoor de bovenste laag (dikte > 50 cm) zeer humusrijk is. Andere delen van deze hoge gronden zijn, nadat de heide ontgonnen is, eeuwenlang bebost geweest en zijn daardoor juist vrij humusarm. Lagere delen van het landschap bestaan uit nat en zeer gemengd zand (Holoceen). Deze gronden zijn in de buurt van de dorpen ook bemest met potstalmest en hebben daardoor een matig dikke humusrijke bovengrond.

De (beek)dalen vormen een onderdeel van deze gronden. Op sommige plaatsen bevatten deze dalen oude klei in de ondergrond, zoals het beekdal van Run, Bruggerijt en Rundgraaf. Alleen in het Goor komt veen in de ondergrond voor. In de loop van het Holoceen zijn, door het platbranden van bossen en steken van plaggen, zanden gaan stuiven, waardoor stuifzandgebiedjes als de Vlasrootvennen zijn ontstaan. De overgangen van de hogere gronden naar de lager gelegen beekdalen bestaan uit tamelijk droog fijn zand, vaak vergraven of ook kunstmatig opgehoogd (potstalmest). Dit zijn de reliëfrijkste gebieden.

Watersysteem

Het watersysteem in de gemeente Veldhoven wordt bepaald door de beken, de vele sloten in de beekdalen en door enkele vennen op de hogere gronden. De grondwaterstand is over het algemeen laag. De hoogste grondwaterstand (GWT II) komt voor in het beekdal van Gender en in de beekdalen van Poelenloop, Run en Dommel (GWT III). De diepste grondwaterstanden (GWT VII) worden aangetroffen in het gebied rond Zandoerle, ten noordoosten van Halfmijl, ten noorden van Oerle, tussen Gender en Run en rond de Vlasrootvennen. Hier treedt wegzijging van het regenwater op, dat na zeer lang verblijf in diepe watervoerende lagen in de beekdalen weer opkwelt. Door de diepe ontwatering van de landbouwgronden en de snelle afvoer van het water in sloten en beken overheerst verdroging in het hele gebied. Dit gecombineerd met intensief onderhoud van de oevers zorgt ervoor dat er nauwelijks kwelvegetaties worden aangetroffen.

Leemlagen in de ondergrond van de beekdalen kunnen in de winter zorgen voor schijngrondwaterspiegels met (grond)wateroverlast tot gevolg, terwijl in de zomer dus juist verdroging optreedt. De diepe grondwaterstanden in het gebied de Grote Aard komen vooral door de sterke wateronttrekking in het waterwingebied ten noorden van Halfmijl.

Oppervlaktewater

Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Ten zuiden van het plangebied bevindt zich oppervlaktewater in de vorm van de waterloop De Rundgraaf. Deze waterloop vormt de scheiding tussen de wijken De Kelen en de Heikant en De Polders.

5.11.5 Riolering

Binnen de gemeente Veldhoven is hoofdzakelijk sprake van een gemengd rioleringssysteem. De recente uitbreidingsgebieden zijn van een gescheiden rioolstelsel voorzien. De nieuwe uitbreidingsgebieden en woningen zullen tevens worden voorzien van een gescheiden stelsel en worden aangesloten op het huidige systeem.

Bij alle uitbreidingen en herinrichtingsgebieden zowel voor woningen als voor bedrijven wordt in principe een systeem voor riolering en waterhuishouding gekozen dat duurzaam wordt opgezet waarbij vuil en schoon (riool- en regen-) water zoveel mogelijk gescheiden worden gehouden; vuilwater wordt gezuiverd, schoon water komt in het milieu. Ten aanzien van het grondwatersysteem zal er voldoende aandacht zijn voor hydrologisch neutraal bouwen.

Ter plaatse van inbreidingen, zoals met onderhavig bestemmingslan wordt mogelijk gemaakt, voert de gemeente het beleid schone en vuile waterstromen te ontvlechten. Het afvalwater wordt in een apart systeem ingezameld en getransporteerd naar de RWZI. Het regenwater wordt ook apart ingezameld en geïnfiltreerd dan wel afgevoerd naar open water. Alleen als dit beleid niet doelmatig is kan gekozen worden voor alternatieve systemen bijvoorbeeld wanneer lokaal geen water kan worden geïnfiltreerd vanwege de bodemgesteldheid of omdat de bovenwijkse afstand naar oppervlaktewater te groot is.

5.11.6 Invloed planvoornemen

In de bestaande situatie was een groot deel van het plangebied reeds verhard of bebouwd. De totale oppervlakte van het plangebied is ca. 6.000 m2. Voorheen stonden op het terrein drie schoolgebouwen met een oppervlakte van 425 m2, 415 m2 en 590 m2. Daarnaast was het terrein voor 1.200 m2 verhard.

In de toekomstige situatie worden maximaal 22 woningen gebouwd. De woningen hebben een oppervlakte van 50 m2. Bij elke woning wordt een bijgebouw van 12 m2 geplaatst. Verder zal er zo'n 40 m2 aan verharding worden aangelegd per woning. Dit betekent dat in de toekomstige situatie in totaal per woning een verhard oppervlak van 102 m2 wordt gerealiseerd.

Oppervlaktes   Huidig m2   Toekomstig m2  
Daken   425+415+590= 1415   1360  
Terrein verharding   1200   800  
Onverhard terrein   3400   3840  
Totaal   6000   6000  

Als gevolg van de realisatie van de nieuwe woningen neemt het verhard oppervlak niet toe. Er is zelfs sprake van enige vermindering van het verhard oppervlak. Derhalve heeft het planvoornemen geen invloed op de bestaande waterhuishouding.

Bij de inrichting, bouwen en beheer dienen zo min mogelijk vervuilende stoffen te worden toegevoegd aan de bodem en het grond- en oppervlaktewatersysteem.