direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Oerle-Zuid, eerste fase Zilverackers
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0861.011300oerlezuid-0305

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Natuur ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het duurzame behoud, herstel en verdere ontwikkeling van natuur;
  • b. het duurzame behoud, herstel en verdere ontwikkeling van bos;
  • c. het duurzame behoud, herstel en verdere ontwikkeling van landschapselementen, zoals houtwallen;
  • d. onverharde en halfverharde fiets- en voetpaden;
  • e. een verhard voetpad uitsluitend voor zover dit ontsloten wordt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - langzaamverkeer' ;
  • f. een verharde toegangsweg ten behoeve van het onderhoud van een zendmast ter plaatste van de aanduiding 'verkeer';
  • g. migratieroutes van vleermuizen;
  • h. leefgebied van de das;
  • i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. flora- en faunavoorzieingen;
  • k. een brug ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - langzaamverkeer';
  • l. beschermd gebied waterhuishouding ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - beschermd gebied waterhuishouding';

een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de voor ' Natuur ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd tot een bouwhoogte van 4 meter, zoals faunageleidende afrasteringen, bankjes, wegbewijzering. Een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - langzaamverkeer' een brug is toegestaan waarvan het deel dat gelegen is binnen deze bestemming niet hoger mag zijn dan 6 meter.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2 teneinde maximaal één uitkijktoren toe te staan binnen deze bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van de toren mag niet meer bedragen dan 15 meter;
  • b. de natuurwaarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verbod

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verwijderen van houtopstanden;
  • b. het diepploegen en diepwoelen van de bodem;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, niet zijnde het half verharden van paden. Evenmin is omgevingsvergunningplichtig het aanleggen van een verhard voetpad conform het bepaalde in artikel 6.1.

6.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in artikel 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist was;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud, beheer en gebruik.

6.4.3 Criteria vergunningverlening

De in 6.4.1 genoemde omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan slechts worden verleend indien deze werken of werkzaamheden plaatsvinden in het kader van het natuur- of bosbeheer.