Plan: | De Run 2008, herziening I, 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0861.HERZDERUN2008-0402 |
Ter plaatse van de aanduiding “geluidzone – industrie” is de vestiging van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen niet toegestaan, voorzover de geluidsbelasting ter hoogte van de gevel of de grens van het terrein meer dan 50 dB(A) bedraagt.
In afwijking van het bepaalde in 19.1.1 is de vestiging van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen bij een hogere waarde dan 50 dB(A) ter hoogte van de gevel of de grens van het terrein wel toegestaan, mits een hogere waarde in de zin van de Wet geluidhinder is vastgesteld.
Ter plaatse van de aanduiding “milieuzone – geurzone” is de vestiging van geurgevoelige objecten niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.2.1, teneinde de vestiging van geurgevoelige objecten toe te staan, mits door middel van onderzoek is aangetoond dat sprake is van een aanvaardbaar geurhinderniveau en omliggende agrarische bedrijven niet onevenredig in hun belangen worden geschaad.
Ter plaatse van de aanduiding “milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied” gelden op basis van de provinciale milieuverordening, beperkingen met betrekking tot:
Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - lpg" geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.4.1 voor de bouw van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten indien uit een onderzoek blijkt dat kan worden voldaan aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
De gronden, die als "vrijwaringszone - weg" zijn aangegeven, zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd als vrijwaringszone van Rijkswaterstaat in verband met mogelijke toekomstige uitbreidingen van de naastgelegen Rijksweg.
Op de gronden als bedoeld in artikel 19.5.1. zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde die ten dienste staan van de bestemming met een hoogte van maximaal 2 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.5.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), mits het belang van Rijkswaterstaat in voldoende mate is gewaarborgd. Hieromtrent wordt Rijkswaterstaat gehoord.