Plan: | De Run 2008, herziening I, 2010 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0861.HERZDERUN2008-0303 |
De voor "Wonen - Groepswonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Op de gronden als bedoeld in artikel 12.1 zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van de bestemming.
Gebouwen dienen aan het volgende te voldoen:
Van gebouwen van openbaar nut, zoals voorzieningen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie, mag de bebouwde oppervlakte niet meer dan 10 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m bedragen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bouwwerk, geen gebouw zijnde | Bouwhoogte maximaal |
antenne-installaties, voor zover gelegen achter de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens | 15 m |
licht- en andere masten | 8 m |
pergola's | 2,7 m |
overkappingen | 4,5 m |
terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gelegen vóór de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens |
1 m |
terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gelegen achter de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens | 2 m |
schotelantennes | zie artikel 12.2.5 |
Voor het plaatsen van schotelantennes gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 12.2.3 teneinde ten behoeve van nutsgebouwen een oppervlakte van maximaal 15 m² en een bouwhoogte van maximaal 4 m toe te staan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 12.2.4 voor:
een en ander met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 12.2.5 voor het plaatsen van schotelantennes met een grotere doorsnede vóór de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens, met inachtneming van de volgende regels:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
In afwijking van het hierboven bepaalde wordt niet als strijdig gebruik beschouwd:
Burgermeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 12.4.1 onder a. teneinde de vestiging van één dienstwoning toe te staan, met inachtneming van de volgende regels: