5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Dakhelling
Van de in 5.2.2 onder e bepaalde minimale en maximale hellingshoek mag worden afgeweken, zodat er sprake kan zijn van een (gedeeltelijk) platte dakafdekking, indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:
-
a. de afwijking is wenselijk vanuit stedebouwkundig en architectonisch oogpunt;
-
b. de karakteristiek van woning en woonomgeving wordt niet onevenredig aangetast.
5.4.2 Omgevingsvergunning t.b.v. uitbreiding oppervlakte bedrijfsbebouwing
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.1 onder a teneinde de bestaande oppervlakte bedrijfsbebouwing – binnen de planperiode - te kunnen vergroten met maximaal 15%, indien:
-
a. zorg wordt gedragen voor voldoende landschappelijke inpassing;
-
b. de (situering van de) uitbreiding geen onevenredige afbreuk doet aan de in de directe omgeving aanwezige functies en waarden;
-
c. de omvang van het bestemmingsvlak mag niet groter zijn dan 5000 m2;
-
d. er is verzekerd dat overtollige bebouwing wordt gesloopt;
-
e. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot twee of meer zelfstandige bedrijven;
-
f. de inrichting van het bestemmingsvlak bevordert een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag (zuinig ruimtegebruik);
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'groenblauwe mantel' geldt dat de ontwikkeling gepaard gaat met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken;
-
h. de afwijking mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van in de in de directe omgeving voorkomende waarden;
-
i. voor het vergroten van de bestaande oppervlakte van de bedrijfsbebouwing met meer dan 250 m2 geldt dat de ontwikkeling hydrologisch neutraal plaats vindt. Om de aard en de omvang van de benodigde maatregelen vast te stellen dient advies te worden ingewonnen bij Waterschap de Dommel;
-
j. de vergroting is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling'.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken:
5.6.1 Een aan huis gebonden beroep en/of bedrijf
Een aan huis gebonden beroep en/of bedrijf in hoofd- en bijgebouwen is toegestaan, indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:
-
a. de omvang van de activiteit(en) mag in totaal niet meer bedragen dan 100 m2 van de bebouwing;
-
b. de woonfunctie blijft behouden;
-
c. er dient een (bedrijfs)woning legaal aanwezig te zijn;
-
d. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer;
-
e. er wordt geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
-
f. alleen ondergeschikte detailhandel die rechtstreeks verband houdt met het ter plaatse uitgeoefende bedrijf is toegestaan;
-
g. horeca is niet toegestaan;
-
h. de activiteiten mogen geen publieksgericht karakter en geen onevenredig verkeersaantrekkende werking hebben;
-
i. er dient te zijn voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
-
j. buitenopslag is niet toegestaan;
-
k. reclame-uitingen zijn niet toegestaan;
-
l. laden en lossen mag uitsluitend op eigen terrein plaatsvinden;
-
m. de activiteit milieuhygiënisch aanvaardbaar is.
5.6.2 Bewoning als afhankelijke woonruimte
Bewoning als afhankelijke woonruimte is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg;
-
b. er dient een (bedrijfs)woning legaal aanwezig te zijn;
-
c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
-
d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte mag niet meer dan 75 m² bedragen;
-
e. er ontstaat geen zelfstandige woning.
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.7.1 Verbod (algemeen)
Het is verboden op of in de gronden, met uitzondering binnen het bouwvlak zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, gehoord de waterbeheerder, op de gronden bedoeld in dit artikel in ieder geval de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:
-
a. afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
-
b. aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen en de daarmee verband houdende werkzaamheden.
5.7.2 Verbod (ter plaatse van de aanduidingen)
Het is verboden op of in de gronden, met uitzondering binnen het bouwvlak zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag ter plaatse van onderstaande aanduiding behalve de in artikel 5.7.1 genoemde werkzaamheden tevens de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:
a Kleine landschapselementen
In afwijking van de aanhef tevens ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak':
- indrijven, draineren, aanleg sloot/greppel, dempen sloot/greppel;
- onderbemalen, aanbrengen oeverbeschoeiing;
- opplanten, rooien bomen, planten bomen, omzetten van grasland naar bouwland;
- perceelsindeling wijzigen;
b Groenblauwe mantel
- dempen van poelen, sloten en greppels.
5.7.3 Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in 5.7.1 en 5.7.2 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
-
a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
5.7.4 Toelaatbaarheid
De werken en werkzaamheden als bedoeld in 5.7.1 en 5.7.2 zijn slechts toelaatbaar, mits:
-
a. door die werken of werkzaamheden danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de agrarische en/of landschappelijke functies en waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
-
b. het werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis betreft.