5.1 Bodem
Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden aangetoond dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater in het plangebied in overeenstemming zijn met het beoogde gebruik. Dit is geregeld in de Wet Bodembescherming. De bodemkwaliteit kan namelijk van invloed zijn op de beoogde functie van het plangebied.
Omdat de locatie onverdacht is, de plek van de MFA ongewijzigd blijft en het parkeerterrein geen milieugevoelige functie is, hoeft er geen bodemonderzoek uitgevoerd te worden.