De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
maatschappelijke dienstverlening;
ter plaatse van de aanduiding "groenstructuur": behoud en herstel van de bestaande groenstructuur;
ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein": parkeervoorzieningen;
groen;
in- en uitritten uitsluitend voor zover deze noodzakelijk zijn voor het bereiken van (aangrenzende) percelen
sportvoorzieningen, speelvoorzieningen en hierbij passende, openbare verblijfsvoorzieningen;
bijbehorende verhardingen en watergangen;
aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en nutsvoorzieningen, tuinen en erf.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', mag niet worden overschreden;
de dakhelling dient minimaal de hoeveelheid graden te zijn ter plaatse van de aanduiding 'minimale dakhelling';
het maximale bebouwingspercentage van de derde bouwlaag mag niet meer bedragen dan 30% ten opzichte van de onderliggende tweede bouwlaag, voorzover in hetzelfde maatvoeringsvlak gelegen;
in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenberging, bergingen t.b.v. vuilcontainers, nutsvoorzieningen en dergelijke, buiten het bouwvlak worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3,5 meter.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 4 m bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die van af de voet gemeten maximaal 2 m hoog mogen zijn;
kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting mogen maximaal 6 m hoog zijn.
4.3 Afwijking van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder artikel 4 lid 2.1 sub a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:
de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 75 m2 bedraagt;
de hoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 8 m bedraagt;
geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
het straat- en bebouwingsbeeld;
de verkeersveiligheid;
de sociale veiligheid;
de milieusituatie;
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
Het doorsnijden van de groenstructuur waar nader aangeduid met 'Groenstructuur' is toegestaan waar het betreft één bouwwerk, geen gebouw zijnde, en één toegangspad van het parkeerterrein naar het hoofdgebouw.
4.5 Afwijking van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders wijken met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in artikel 4 lid 4 , indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.