Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Aansluiting Kruisstraat
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0861.091100kruisstraat-0404

Artikel 5 Waarde - Archeologie

5.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Waarde - Archeologie'  aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten en aanwezige archeologische waarden van de gronden.
5.2 Bouwregels
 
Het is niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
  1. de verbouw en/of nieuwbouw van bestaande gebouwen, voor zover bij de bouw de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,3 meter onder het maaiveld;
  2. bouwwerken ten dienste van de in deze bestemming genoemde functies en ten dienste van overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,3 meter onder het maaiveld en voorzover de oppervlakte niet meer bedraagt dan 100 m2.
5.3 Afwijken van de bouwregels
 
5.3.1
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 voor bouwwerken ten behoeve van samenvallende bestemmingen, indien en voor zover:
  1. met een archeologisch onderzoek, uitgevoerd door een ter zake deskundige, is vastgesteld dat archeologische waarden daarmee niet onevenredig worden geschaad;
  2. met een archeologisch onderzoek, uitgevoerd door een ter zake deskundige, is vastgesteld dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  3. in voldoende mate is gegarandeerd dat de middels archeologisch onderzoek vastgestelde archeologische waarden worden veiliggesteld door technische maatregelen, een archeologische begeleiding of een archeologische opgraving.
5.3.2
In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan de afwijking de volgende verplichtingen worden verbonden:
  1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  2. de verplichting tot het doen van opgravingen;de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
5.3.3
Alvorens een afwijking met omgevingsvergunning, als bedoeld in 5.3.1 wordt verleend, wordt archeologisch advies ingewonnen.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
 
5.4.1 Werken en werkzaamheden
Het is binnen deze bestemming verboden om, ter bescherming van (potentiële) archeologische waarden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren:
  1. het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/ of grondbewerkingen, het roeren of omwoelen van gronden, dieper dan 0,3 meter onder maaiveld;
  2. het aanbrengen van diep wortelende beplanting of bomen;
  3. het ophogen en egaliseren van gronden;
  4. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem;
  5. het graven van sloten, vijvers en andere wateren;
  6. het aanbrengen van ondergrondse transportleidingen en de daarmee verband houdende constructies;
  7. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  8. het vellen en/ of rooien van diepwortelende beplantingen of bomen;
  9. het scheuren van grasland;
  10. het verlagen van het waterpeil.
5.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
  1. welke reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  2. welke betreffen het normale onderhoud, beheer en gebruik;
  3. worden verricht in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige. 
5.4.3 Toelaatbaarheid
De in lid 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend:
  1. indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door het daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolg, de aanwezige archeologische waarden van de betreffende gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, hetgeen wordt onderbouwd door een, door een ter zake deskundige uitgevoerd, archeologisch onderzoek;
  2. indien en voor zover met een archeologisch onderzoek, uitgevoerd door een ter zake deskundige, is vastgesteld dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  3. in voldoende mate is gegarandeerd dat de middels archeologisch onderzoek vastgestelde archeologische waarden worden veiliggesteld door technische maatregelen, een archeologische begeleiding van de werken of werkzaamheden of een archeologische opgraving.
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
 
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
  1. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te verwijderen;
  2. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' naar ligging van de archeologische (verwachtings-)waarde te verschuiven;
  3. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' naar omvang van het terrein met archeologische (verwachtings-)waarde te vergroten of te verkleinen;
in alle gevallen indien en voor zover:
  1. met een archeologisch onderzoek, uitgevoerd door een ter zake deskundige, is vastgesteld dat archeologische waarden daarmee niet onevenredig worden geschaad;
  2. het op grond van nader archeologisch onderzoek, uitgevoerd door een ter zake deskundige, niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet;
  3. alvorens de wijziging, zoals bedoeld in dit lid wordt geëffectueerd, wordt archeologisch advies ingewonnen.