gemeente: Veldhoven   status: Ontwerp
plannaam: Meerveldhoven, herziening Provincialeweg 52-54   datum: 28-06-2010
 

Artikel 4 Waarde - Archeologie - 2

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Waarde - Archeologie 2” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden.

4.2 Bouwregels

      1. Op of in de in artikel 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.

      2. In afwijking van het bepaalde onder a zijn bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen op de in artikel 4.1 bedoelde gronden toelaatbaar, indien het betreft:

        1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid;

        2. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm onder het bestaande maaiveld en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst;

        3. een bouwwerk met een kleinere oppervlakte dan 75 m2.

4.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 4.2 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bestemmingsbepalingen en bouwregels.

 

4.3.1 De ontheffing wordt slecht verleend indien:

      1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de ontheffing voorschriften te verbinden, gericht op:

        1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;

        2. het doen van opgravingen;

        3. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.

      2. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat archeologische waarden op de betrokken locatie niet aanwezig zijn.

4.4 Aanlegvergunning

 

4.4.1 Aanlegvergunningplichtige werken

Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie 2” zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

      1. het ophogen of verlagen van de bodem of het afgraven van gronden, waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist en waartoe ook het zogenaamde "kilveren" (geleidelijk afgraven of afvlakken in de loop der tijd) en natuurontwikkeling (verschralen van de grond door het verwijderen van de bouwvoor) wordt gerekend;

      2. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan de bouwvoor en in gebieden met es- of plaggendekken 0,30 m, waartoe ook gerekend wordt woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen;

      3. het omzetten van grasland in bouwland;

      4. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd;

      5. het aanleggen van bos of boomgaard;

      6. het verlagen van het waterpeil;

      7. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

      8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie, telecommunicatie-, of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies;

      9. het aanbrengen van constructies, die verband houden met bovengrondse leidingen;

      10. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

      11. alle overige bodemverstorende werkzaamheden die de archeologische waarden in het terrein kunnen aantasten en die niet worden gerekend tot het normale gebruik van het terrein.

 

4.4.2 Uitzondering

Het verbod, als bedoeld in artikel 4.4.1, is niet van toepassing indien:

      1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;

      2. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of een ontgrondingvergunning of een ontheffing als bedoeld in 4.3;

      3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;

      4. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;

      5. de werken en werkzaamheden ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;

      6. het werken of werkzaamheden in de bodem betreft tot een diepte van 30 cm onder het bestaande maaiveld;

      7. de werken of werkzaamheden betrekking hebben op een grondoppervlak kleiner dan 75 m2.

 

4.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod als bedoeld in artikel 4.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien mede op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie 2” geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat:

      1. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;

      2. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.