Plan: | Kromstraat 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0861.071200KROMSTRAAT-0401 |
Normstelling en beleid
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Indien een bestemmingsplan een functiewijziging of herinrichting mogelijk maakt dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch bodemonderzoek, te worden verricht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden activiteiten hebben plaatsgevonden met een verhoogd risico op bodemverontreiniging dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd.
In de Nota bodembeheer zijn de Veldhovense beleidsregels opgenomen voor het toepassen van grond in grondwerken (zoals het aanleggen van een wal) binnen de gemeente. In de nota is een bodemkwaliteitskaart opgenomen, die inzicht geeft in de bodemkwaliteit op verschillende locaties in de gemeente, en die als basis dient voor de beleidsregels. Op de bodemkwaliteitskaart zijn globale en verwachte verontreinigingen van gebieden aangeduid. Zodoende kan in een vroeg stadium reeds worden ingeschat of bij functiewijziging de bodemkwaliteit tot belemmeringen kan leiden. Ophogingen en dempingen kunnen mogelijk verontreinigd zijn met verontreinigd materiaal. Bij ontwikkelingen dient de gemeente geraadpleegd te worden.
Onderzoek en conclusie
Het plan is consoliderend van aard waardoor geconcludeerd wordt dat het aspect bodemkwaliteit de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Indien en voor zover zich ontwikkelingen zullen voordoen, zal een bodemrapportage in het kader van de omgevingsvergunning voor het bouwen moeten worden overlegd.