Plan: | Zilverbaan, 2e fase Westelijke Ontsluitingsroute |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0861.011400ZILVERBAAN-0402 |
Artikel 1. Begrippen
In artikel 1 is een aantal begrippen nader uitgelegd. Door het opnemen van definities wordt geprobeerd voldoende inzicht te geven in de betekenis van de gebruikte term. Het doel is het scheppen van duidelijkheid en eenduidigheid.
De begripsbepalingen zijn in alfabetische volgorde opgenomen, met uitzondering van de begrippen plan en bestemmingsplan.
Artikel 2. Wijze van meten
In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij het beoordelen of de maatvoering in overeenstemming is met de regels. Ook hier is het doel het trachten weg te nemen van onduidelijkheden. De termen zijn in alfabetische volgorde opgenomen.
Artikel 3. Groen
In deze bestemming zijn de gronden geregeld ten behoeve van de groenvoorzieningen die in hoofdzaak gericht zijn op en ten dienste staan van landschappelijke en natuurwaarden en daar in gebruik en inrichting op zijn afgestemd. Er mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen worden opgericht ten dienste van de bestemming.
Artikel 4. Natuur
Binnen deze bestemming zijn de gronden met de status Natuur geregeld. De bestemming is gericht op de bescherming van de natuurwaarden. Alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht. Ter bescherming van de natuurwaarden is tevens een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden toegevoegd.
Artikel 5. Verkeer
Binnen deze bestemming zijn de gronden geregeld ten behoeve van de aanleg van wegen en de daarbij behorende voorzieningen, zoals onder andere rotondes, fietspaden, bruggen, geluidswerende voorzieningen en faunapassages. Er mogen gebouwen ten dienste van het openbaar nut worden opgericht, zoals wachthuisjes voor busdiensten en gebouwtjes voor energie-, waterdistributie en telecommunicatie. Tevens mogen er bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht zoals onder andere verkeers- en wegaanduidingen, verlichtingen en (langzaamverkeers- en voetgangers)bruggen.
Artikel 6. Water
Binnen deze bestemmingen is de ontvangst, berging en/of afvoer van de in het plangebied aanwezig zijnde water geregeld. Eveneens de bescherming, het beheer en onderhoud van de aanwezige watergangen. Op de gronden binnen deze bestemming zijn in principe uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming toegestaan, met uitzondering van bruggen met een maximale bouwhoogte van 1 meter. Via afwijking kan de bouwhoogte worden verhoogd tot maximaal 8 meter. Hierbij moeten wel bepaalde regels in acht worden genomen.
Artikel 7. Waarde-Archeologie
Bij het opstellen van bestemmingplannen dient rekening te worden gehouden met de archeologische waarden die in de bodem aanwezig zijn. Wanneer duidelijk is dat uitvoering van het bestemmingsplan verstoring van archeologisch waardevolle terreinen tot gevolg heeft, zal voor de vaststelling van het plan duidelijkheid moeten zijn verkregen over de aanwezigheid en veiligstelling van deze waarden, door onderzoek, opgraving en documentatie. Deze verplichting vloeit voort uit het Verdrag van Malta. Op de gronden met 'Waarde - Archeologie' mag niet worden gebouwd zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Zo wordt voorkomen dat de archeologische waarden in gevaar worden gebracht door bepaalde werkzaamheden. Voor gronden waar uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn en de gronden die zijn vrijgegeven door middel van een selectiebesluit, heeft het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om deze dubbelbestemming te schrappen van de verbeelding; deze mogelijkheid is opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid.
Artikel 8. Waterstaat-Waterlopen
Binnen deze bestemmingen is beheer en onderhoud van de waterlopen opgenomen.
Op de gronden binnen deze bestemming zijn in principe uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de waterloop toegestaan. Via afwijking kunnen ook bouwwerken ten behoeve van de andere in deze regels voorkomende bestemmingen worden gebouwd. Hierbij moeten wel de belangen van de waterloop in acht worden genomen en dient de beheerder van de waterloop gehoord te worden.
Artikel 9. Anti-dubbeltelbepaling
Met de anti-dubbeltelbepaling wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of een mededeling op een meldingplichtig bouwwerk is meegenomen niet nog eens bij de verlening van een nieuwe omgevingsvergunning voor het bouwen of het doen van een mededeling mag worden meegenomen.
De anti-dubbeltelbepaling heeft uitsluitend betrekking op situaties die plaatsvinden onder het geldende bestemmingsplan. Het is dus niet zo dat gronden die zijn meegeteld bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen/bouwvergunning onder een vorig bestemmingsplan, bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen onder het nieuwe bestemmingsplan ook buiten beschouwing moeten worden gelaten.
Artikel 10. Algemene aanduidingsregels
Binnen dit artikel is geregeld:
Artikel 11. Algemene afwijkingsregels
Hierin is een afwijking opgenomen om onder voorwaarden maximaal 10 % van een aantal in het plan opgenomen maten af te wijken.
Artikel 12. Algemene wijzigingsregels
In dit artikel wordt de mogelijkheid geboden om de functieaanduidingen te wijzigen of bestemmingsvlakken van nieuwe functieaanduidingen te voorzien indien voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden.
Artikel 13. Algemene procedureregels
In dit artikel staan de procedurele bepalingen vermeld die moeten worden doorlopen
alvorens tot het verlenen van wijziging mag worden overgegaan.
Artikel 14. Werking wettelijke regelingen
Voor zover het gaat om wet- en regelgeving wordt in de begripsbepalingen aangegeven dat het handelt om de regeling zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het plan.
Artikel 15. Overgangsrecht
In dit artikel is een regeling opgenomen voor bestaande zaken en rechten die niet in overeenstemming zijn met de overige regelingen in dit bestemmingsplan en mits niet strijdig met het voorheen geldende bestemmingsplan met de daaronder begrepen overgangsbepaling. De regeling is overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening.
Voor gebruik van gronden en opstallen is eveneens bepaald dat het strijdig gebruik mag worden gecontinueerd. Hierop zijn echter twee uitzonderingen gemaakt.
Gebruik dat reeds onder het hiervoor geldende bestemmingsplan illegaal is aangevangen en ook volgens het nieuwe bestemmingsplan niet kan, blijft illegaal en mag dus niet worden gecontinueerd. Hetzelfde geldt voor gebruik dat voor een periode van langer dan een jaar is onderbroken; dan mag het niet meer worden gecontinueerd.
In dit artikel is voorts bepaald dat de bestaande bouwwerken en vergunde rechten tot het oprichten van een bouwwerk worden gerespecteerd, ook al wijken deze van de overige bepalingen af. Deze bouwwerken mogen gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd. Het is dus niet toegestaan om een bouwwerk af te breken en geheel opnieuw op te bouwen. Evenmin is het geoorloofd om een bouwwerk geleidelijk aan geheel te vernieuwen. In geval een bouwwerk door een calamiteit geheel verloren is gegaan, mag wel tot gehele nieuwbouw worden overgegaan, mits de omgevingsvergunning voor het bouwen binnen een termijn van twee jaren na de calamiteit is aangevraagd. Deze bouwwerken mogen voorts, via afwijking, eenmalig nog met maximaal 10% worden uitgebreid.
Artikel 16. Slotregel
In dit artikel is de benaming van het plan opgenomen.