Plan: | Oerle-Zuid, eerste fase Zilverackers |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0861.011300OERLEZUID-0401 |
In het kader van de MER is er een effectbeoordeling voor het aspect externe veiligheid uitgevoerd en de consequenties hiervan voor de planontwikkeling. Er is getoetst aan de beïnvloeding vervoer gevaarlijke stoffen, beïnvloeding risico's opslag gevaarlijke stoffen, beïnvloeding risico's als gevolg van buisleidingen en beïnvloeding als gevolg van het luchtvaartterrein Eindhoven.
Vervoer gevaarlijke stoffen
Op basis van de risico-atlas Noord-Brabant wordt geconcludeerd dat de geplande woonbebouwing op meer dan 300 meter afstand ligt van routes waarop het vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk is. De risico's zijn daarmee verwaarloosbaar. De nieuwe Westelijke Ontsluitingsroute zal niet aangewezen worden als transportroute voor gevaarlijke stoffen en zal dan ook niet leiden tot nieuwe risico's binnen het gebied.
Opslag gevaarlijke stoffen
In het kader van de hele ontwikkeling Zilverackers is het bedrijf Alliance Veldhoven BV (groothandel in bestrijdingsmiddelen) aan de Sondervick van invloed. Het gebied waarop de ontwikkeling Oerle-Zuid geprojecteerd is, ligt echter buiten het invloedsgebied van dit bedrijf.
Buisleidingen
Binnen het onderhavige plangebied zijn geen leidingen aanwezig die van invloed zijn op de externe veiligheid ter plekke.
Luchtvaartterrein Eindhoven
Bij een ontwikkeling nabij een vliegveld speelt externe veiligheid een belangrijke rol. Er bestaat immers een kans op een calamiteit met een vliegtuig waarbij slachtoffers kunnen vallen in de omgeving van het vliegveld. In de geldende regelgeving voor luchtvaartterreinen is niets vastgelegd met betrekking tot externe veiligheid. In 2003 is een begin gemaakt met het voorbereiden van nieuwe wetgeving op het gebied van milieu, externe veiligheid en ruimtelijke ordening voor regionale en kleine luchthavens. In de septemberbrief inzake externe veiligheid (2003) is over regionale luchthavens medegedeeld dat met betrekking tot externe veiligheid een planologisch interimbeleid wordt gevoerd. Bedoeling van dit beleid is te voorkomen dat ongewenste situaties ontstaan met betrekking tot externe veiligheid in de nabijheid van vliegvelden. Dit no-regret beleid is opgenomen in de derde voortgangsbrief externe veiligheid omdat de nieuwe wetgeving voor Luchthaventerreinen nog niet in werking is getreden.
Er zijn echter nog geen afstanden tot de verschillende vliegvelden vastgesteld, waarbinnen het no-regret beleid geldt. In overleg met het ministerie van VROM is getracht een oplossing te vinden voor deze onduidelijkheid. Vooralsnog is het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart (BGGL) van toepassing. Hieruit volgt dat sprake is van een geluidszone welke oploopt van 35 tot 65 Ke. Het plangebied is gelegen buiten de 35 Ke. Een geluidscontour van 20 Ke is hierbij niet van toepassing.
Daarnaast is door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) het groepsrisico van het vliegverkeer op luchtvaartterrein Eindhoven in kaart gebracht. Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat plangebied gelegen is buiten de 10-6 contour van het luchtvaartterrein. Het gebied is ook gelegen buiten het invloedsgebied waar het Groepsrisico vanwege het vliegveld relatief hoog is.
IHCS
Het plangebied is gelegen in de Horizontal Surface en Conical Surface (IHCS) van de vliegbasis. De IHCS is vastgesteld ten behoeve van de vliegverkeersveiligheid en bestaat uit een obstakelvrij vlak met een hoogte van 65 meter boven NAP, gelegen met een straal van 4 km rond de landingsdrempels, dat overgaat in een conisch vlak met een helling van 5% tot 145 meter boven NAP over een afstand van 2 km. Het plangebied is gelegen in het conisch vlak van 65 meter boven NAP. Het bestemmingsplan staat geen hogere bebouwing toe en derhalve is het niet nodig de IHCS afzonderlijk op te nemen.
Voor de volledigheid is de IHCS wel op de verbeelding en de planregels opgenomen.
ILS
De vliegbasis Eindhoven beschikt over ILS-apparatuur teneinde een landing in verminderde weersomstandigheden mogelijk te maken (Instrument Landing System). Om te voorkomen dat de werking van het ILS wordt verstoord, is het noodzakelijk om binnen een bepaald gebied, alvorens een object op te richten, een toetsing plaatsvindt. Dit gebied bestaat uit meerdere vlakken, zowel horizontaal als oplopend. De hoogtebeperking van het ILS is er in eerste instantie niet op gericht bouwwerken hoger dan de genoemde hoogten bij de vlakken tegen te gaan, maar om een toetsing te laten plaatsvinden, zodat duidelijk is of de werking zou worden verstoord. Voor het gebied waarop onderhavig plan geprojecteerd is geldt een maximum bouwhoogte van 42,5 tot 52,5 meter boven NAP. Hogere objecten dienen eerst te worden getoetst.
Het bestemmingsplan staat geen bebouwing toe die deze bouwhoogte overschrijdt (het maaiveld ligt daarbij op circa 23 meter boven NAP). Derhalve is een verdere toetsing in dit geval niet aan de orde.
Voor de volledigheid is de ILS wel op de verbeelding en de planregels opgenomen.
Geluidszone
Conform de regelgeving en regionale afspraken wordt de 35 Ke-contour voor Zilverackers als grens aangehouden en vindt in dit gebied geen woningbouw plaats. Recente studies (o.a. Alders-rapport van juni 2010) gaan eveneens uit van de 35 Ke geluidzone voor militair en civiel luchtverkeer. Bestuurlijk is ook afgestemd dat 'harde' woningbouwplannen zoals Oerle-Zuid onverkort kunnen worden uitgevoerd.
Het plangebied is gelegen buiten de 35 Ke contour.