direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer
Plan: Kernrandgebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0861.BP00011-0501

Artikel 11 Verkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverhard', instandhouding van de cultuurhistorische waarden van een onverharde weg;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kleine landschapselementen', tevens kleine landschapselementen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • g. straatmeubilair;
  • h. voorzieningen van algemeen nut;
  • i. kunstwerken;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen
  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
  • b. de maximale bouwhoogte van gebouwen bedraagt 3 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van gebouwen bedraagt 15 m².
11.2.2 Bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de maximale bouwhoogte bedraagt 3 meter;
  • b. de maximale oppervlakte bedraagt 6 m²;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en bewegwijzering maximaal 9 meter bedragen.
11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • f. ter waarborging van het watersysteem zodat hydrologisch neutraal wordt ontwikkeld.
11.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken:

11.4.1 Verharden onverharde paden ten behoeve van een fietspad

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverhard' kan een onverhard pad ten behoeve van een fietspad gedeeltelijk worden verhard, indien voldaan is aan de volgende voorwaarde:

  • a. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • b. voor het aanleggen van verhardingen met een oppervlakte van meer dan 250 m2 geldt dat de ontwikkeling hydrologisch neutraal plaats vindt. Om de aard en de omvang van de benodigde maatregelen vast te stellen dient advies te worden ingewonnen bij Waterschap de Dommel.
11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
11.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.6.1 Verbod (algemeen)

Het is verboden op of in de gronden bedoeld in dit artikel zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

  • a. afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen en de daarmee verband houdende werkzaamheden;
  • c. het aanbrengen van recreatieve voorzieningen als parkeerplaatsen.
11.6.2 Verbod (ter plaatse van de aanduidingen)

Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van onderstaande aanduiding, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, behalve de in 11.6.1 genoemde werkzaamheden tevens de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

a Cultuurhistorisch vlak
  • rooien houtgewas;
  • aanleggen houtgewas;
  • perceelsindeling wijzigen.
b Specifieke vorm van verkeer - onverhard
  • het verharden van onverharde wegen.
11.6.3 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 11.6.1 en 11.6.2 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
11.6.4 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld in 11.6.1 en 11.6.2 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. door die werken of werkzaamheden danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de agrarische en/of landschappelijke functies en waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
  • b. het werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis betreft;
  • c. de werken of werkzaamheden hydrologisch neutraal plaatsvinden. Om de aard en omvang van de benodigde maatregelen vast te stellen dient advies te worden ingewonnen bij Waterschap de Dommel.
11.7 Wijzigingsbevoegdheden
11.7.1 Onverharde paden geheel verharden ten behoeve van openbare weg

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverhard' te verwijderen ten behoeve van openbare wegen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de verkeerskundige noodzaak dient te worden aangetoond;
  • b. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden worden daardoor niet onevenredig aangetast;
  • c. de werken of werkzaamheden hydrologisch neutraal plaatsvinden. Om de aard en omvang van de benodigde maatregelen vast te stellen dient advies te worden ingewonnen bij Waterschap de Dommel.