direct naar inhoud van Artikel 9 Natuur
Plan: Kernrandgebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0861.BP00011-0302

Artikel 9 Natuur

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke waarde en/of ecologische waarde;
  • b. waterlopen, poelen en waterpartijen;
  • c. flora- en faunavoorzieningen;
  • d. voorzieningen ten behoeve van natuurspelen uitsluitend na verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 9.4.3.

met daaraan ondergeschikt:

  • e. agrarisch natuurbeheer;
  • f. extensief recreatief medegebruik;
  • g. educatief medegebruik;

met de daarbij behorende:

  • h. infrastructurele voorzieningen;
  • i. informatievoorzieningen;
  • j. voorzieningen van algemeen nut;
  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Maatvoeringen

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, van geringe omvang ten behoeve van extensief dagrecreatief medegebruik worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:

  • a. de maximale oppervlakte bedraagt 10 m²;
  • b. de maximale bouwhoogte van gebouwen bedraagt 2,5 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2 meter.
  • d. in afwijking van het voorgaande zijn de bestaande legaal gebouwde schuilhutten toegestaan, met de bestaande situering en maatvoering als maximum;

alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:

  • e. informatievoorzieningen met een maximale bouwhoogte van 2 m;
  • f. flora- en faunavoorzieningen met een maximale bouwhoogte van 2 m.
9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • f. ter waarborging van het watersysteem zodat hydrologisch neutraal wordt ontwikkeld.
9.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken:

9.4.1 Observatiehutten

Het bouwen van observatiehutten is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de maximale goothoogte van observatiehutten bedraagt 3,5 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van observatiehutten bedraagt 5 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van de observatiehutten bedraagt 50 m²;
  • d. de oppervlakte van het perceel dient minimaal 150 hectare te bedragen om één observatiehut op te mogen richten;
  • e. aandacht wordt besteed aan de verschillende deelaspecten namelijk water, landschappelijke inpassing, cultuurhistorie, natuur en landschap, milieu, verstening en veiligheid/overstening.
9.4.2 Schuilhutten

Het bouwen van schuilhutten is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de maximale goothoogte van schuilhutten bedraagt 2,5 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van schuilhutten bedraagt 3 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van een schuilhut bedraagt 15 m2;
  • d. aandacht wordt besteed aan de verschillende deelaspecten namelijk water, landschappelijke inpassing, cultuurhistorie, natuur en landschap, milieu, verstening en veiligheid.
9.4.3 Natuurspelen

Het bouwen van voorzieningen ten behoeve van natuurspelen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte bedraagt 10 m;
  • b. de maximale oppervlakte bedraagt 25 m2;
  • c. aandacht wordt besteed aan de verschillende deelaspecten namelijk water, landschappelijke inpassing, cultuurhistorie, natuur en landschap, milieu, verstening en veiligheid.
9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
9.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.6.1 Verbod (algemeen)

Het is verboden op of in de gronden bedoeld in dit artikel, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

  • a. afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. aanleggen van verhardingen;
  • c. aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen en de daarmee verband houdende werkzaamheden;
  • d. het aanbrengen van recreatieve voorzieningen als parkeerplaatsen.
9.6.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 9.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
9.6.3 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld in 9.6.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. door die werken of werkzaamheden danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurwetenschappelijke, ecologische en/of landschappelijke waarden waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
  • b. de werken of werkzaamheden hydrologisch neutraal plaatsvinden. Om de aard en omvang van de benodigde maatregelen vast te stellen dient advies te worden ingewonnen bij Waterschap de Dommel.