direct naar inhoud van Artikel 4 Verkeer
Plan: Kemphaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0861.201201KEMPHAAN-0401

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. verblijfsgebieden;
  • e. speelvoorzieningen;

met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:

  • f. groenvoorzieningen en bermen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. kunstwerken;
  • i. kunstobjecten;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. fietsenstallingen, abri's, telefooncellen, straatmeubilair en dergelijke.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen enkel gebouwd worden ten behoeve van openbaar nut, telecommunicatie, water- en energiedistributie, wachthuisjes voor busdiensten en hiermee vergelijkbare gebouwen van algemeen nut;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 3,00 meter;
  • c. de oppervlakte per gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m².
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting en antenne-installaties mag maximaal 8 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en kunstwerken mag maximaal 4 meter bedragen.
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Nadere eisen bebouwing

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de waarborging van het watersysteem zodat hydrologisch neutraal wordt ontwikkeld.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijking oppervlakte gebouwen en bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 4.2.1, sub c en toestaan dat de oppervlakte van een gebouw wordt vergroot tot maximaal 30 m²;
  • b. artikel 4.2.2, sub a en sub b en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt verhoogd tot niet meer dan 10,00 meter en de bouwhoogte van antenne-installaties wordt verhoogd tot niet meer dan 40,00 meter;

met inachtneming van de volgende regels:

  • 1. een afwijking mag niet leiden tot een onevenredige verslechtering van de normale verkeersafwikkeling of verkeersonveilige situaties of in verband met de ontsluiting van percelen;
  • 2. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
  • 3. er is sprake van een goede landschappelijke inpasbaarheid;
  • 4. er bestaan geen bezwaren vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • 5. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden;
  • 6. de sociale veiligheid komt niet in het geding.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Algemeen

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.