Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: MFA Midden
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0861.101100MFAmidden-0301

5.5 Luchtkwaliteit

Wet milieubeheer 
In de Wet Milieubeheer zijn regels over de luchtkwaliteit opgenomen (‘Wet luchtkwaliteit’). De Wet Luchtkwaliteit introduceert het onderscheid tussen 'kleine' en 'grote' projecten. Kleine projecten dragen 'niet in betekenende mate' (NIBM) bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Een paar honderd grote projecten dragen juist wel 'in betekenende mate' bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het gaat hierbij vooral om bedrijventerreinen en infrastructuur (wegen). Wat het begrip 'in betekenende mate' precies inhoudt, staat in de algemene maatregel van bestuur ‘Niet in betekenende mate bijdragen’ (Besluit NIBM).
  • 'Grote' projecten dragen jaarlijks meer dan 3 % bij aan de jaargemiddelde norm voor fijn stof en stikstofdioxide (1,2 microgram per m3).
  • 'Kleine' projecten dragen minder dan 3 % bij. Deze projecten hoeven niet op luchtkwaliteit getoetst te worden.
Dit betekent bijvoorbeeld dat lokale overheden een woonwijk van minder dan 1.500 huizen niet hoeven te toetsen aan de normen voor luchtkwaliteit. Deze kwantitatieve vertaling naar verschillende functies is neergelegd in de Regeling 'niet in betekenende mate bijdragen'.
 
Besluit gevoelige bestemmingen
Met het Besluit gevoelige bestemmingen wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen' in de nabijheid van provinciale- en rijkswegen beperkt. Dit heeft consequenties voor de ruimtelijke ordening. Het Besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), in het bijzonder kinderen, ouderen en zieken. Indien een project betrekking heeft op een gevoelige bestemming en geheel of gedeeltelijk is gelegen op een afstand van 300 m aan weerszijden van rijkswegen en 50 m langs provinciale wegen (gemeten vanaf de rand van de weg), mag het totaal aantal mensen dat hoort bij een gevoelige bestemming niet toenemen als overschrijding van de grenswaarden voor PM10 of NO2 dreigt/plaatsvindt. 
De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als gevoelige bestemming: scholen, kinderdagverblijven, verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Het gaat hierbij niet om bestemmingen in de meest enge zin van het woord, maar om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten.
 
'Niet in betekenende mate'
In het kader van het opstellen van een ruimtelijk plan moeten er twee aspecten in beeld worden gebracht. Ten eerste of de luchtkwaliteit de nieuwe functie toelaat. Ten tweede moet bekeken worden of het plan de luchtkwaliteit ‘niet in betekenende mate’ verslechtert. Indien het plan wel ‘in betekenende mate’ bijdraagt aan verslechtering van de luchtkwaliteit, is het van belang om te toetsen of de grenswaarden niet overschreden worden. Indien geen overschrijding van de grenswaarden plaatsvindt, kan het plan alsnog gerealiseerd worden.
Het plan draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Een toetsing aan de luchtkwaliteitsnormen is niet noodzakelijk. De MFA wordt  niet in de nabijheid van een rijks- of provinciale weg gerealiseerd. Vanuit het aspect luchtkwaliteit bestaat er geen bezwaar tegen de beoogde ontwikkeling.
Deze conclusie wordt onderschreven door de rapportage 'Regionale luchtkwaliteit SRE-gemeenten 2006'. Uit deze rapportage kan worden afgeleid dat in de nabije omgeving van de locatie geen bedrijven aanwezig zijn waarvan de emissies naar de lucht van invloed zijn op de woonomgeving. Uit het 'Luchtkwaliteitonderzoek Veldhoven' blijkt dat ter plaatse van de locatie zowel in de huidige als in de toekomstige situatie de grenswaarden uit de Wet Luchtkwaliteit niet worden overschreden.