direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf - 1
Plan: 'Buitengebied 2009' van de gemeente Veldhoven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0861.041100BGEBIED2009-0402

Artikel 7 Bedrijf - 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Bedrijf-1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hergebruik van voormalige agrarische locaties zoals opgenomen in de Lijst van toegestane bedrijfsactiviteiten op voormalige agrarische bedrijfslocaties in bijlage 2;
  • b. ter plaatse van de aanduiding caravanstalling, een caravanstalling;
  • c. ter plaatse van de aanduiding opslag, opslag ten behoeve van derden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - dierenverzorging, dierenverzorging;
  • e. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - interieurbouw, een interieurbouwbedrijf;
  • f. ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning, een bedrijfswoning;
  • g. ter plaatse waar een bedrijfswoning is toegestaan voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in hoofdgebouwen, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van de beroepsmatige activiteiten, maximaal 75 m2 van het vloeroppervlak per woning bedraagt en uitgevoerd wordt door de bewoner;
  • h. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied, een extensiveringsgebied;
  • i. ter plaatse van de aanduiding groene hoofdstructuur - natuur, de groene hoofdstructuur - natuur;
  • j. ter plaatse van de aanduiding groene hoofdstructuur - landbouw, de groene hoofdstructuur - landbouw;
  • k. ter plaatse van de aanduiding kleine landschapselementen, kleine landschapselementen;
  • l. ter plaatse van de aanduiding leefgebied amfibieën, een leefgebied amfibieën;
  • m. ter plaatse van de aanduiding beschermingsgebied natte natuur, beschermingsgebied natte natuur;
  • n. ter plaatse van de aanduiding milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied, een grondwaterbeschermingsgebied;

met de daarbijbehorende:

  • o. tuinen, erven en terreinen;
  • p. parkeervoorzieningen,
  • q. groenvoorzieningen;
  • r. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

7.2.1 Bedrijfsgebouwen
  • a. de maximale oppervlakte aan bebouwing zoals aangeduid op de verbeelding mag niet worden overschreden;
  • b. de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 6 meter, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
  • c. de maximale bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 10 meter, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
  • d. afstand tot de bouwperceelsgrens bedraagt tenminste 3 meter;
  • e. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 15 meter.

7.2.2 Bedrijfswoningen
  • a. ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning is één bedrijfswoning toegestaan, tenzij de aanduiding '2' wooneenheden is opgenomen. In dat geval zijn er twee bedrijfswoningen toegestaan;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3;
  • c. de maximale goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt 5,5 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt 10 meter;
  • e. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
  • f. de woning dient te worden afgedekt met een kap waarvan de hellingshoek minimaal 30° en maximaal 60° mag bedragen;
  • g. de afstand tot de bouwperceelsgrens bedraagt tenminste 3 meter;
  • h. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 15 meter.

7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de maximale bouwhoogte bedraagt 9 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b en c;
  • b. de maximale bouwhoogte van een kleinschalige windenergievoorziening bedraagt 15 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • d. de afstand tot de bouwperceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • e. de afstand tot de bouwperceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • f. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 10 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding;
  • f. ter waarborging van het watersysteem zodat hydrologisch neutraal wordt ontwikkeld.

7.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

7.4.1 Het oprichten van een reclame-uiting

Het oprichten van een reclame-uiting ten behoeve van het eigen bedrijf is toegestaan, indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte maximaal 1,5 meter bedraagt;
  • b. de oppervlakte maximaal 1 m² bedraagt.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 7.1 sub g;
  • b. detailhandel;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. kamperen;
  • f. opslag van goederen en materialen buiten de bebouwing;
  • g. gebruik van inrichtingen zoals aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit op grond van de Wet milieubeheer (Besluit van 5 januari 1993, Staatsblad 50);
  • h. gebruik van inrichtingen zoals aangewezen in artikel 2.1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Besluit van 29 april 2008, Staatsblad 160).

7.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

7.6.1 Een aan huis gebonden bedrijf

Een aan huis gebonden bedrijf in hoofd- en bijgebouwen is toegestaan, indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 100 m2 van de bebouwing;
  • b. de woonfunctie blijft behouden;
  • c. er dient een (bedrijfs)woning legaal aanwezig te zijn;
  • d. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • e. geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt wordt;
  • f. alleen ondergeschikte detailhandel die rechtstreeks verband houdt met het ter plaatse uitgeoefende bedrijf is toegestaan;
  • g. horeca is niet toegestaan;
  • h. het bedrijf mag geen publieksgericht karakter en geen onevenredig verkeersaantrekkende werking hebben;
  • i. er dient te zijn voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
  • j. buitenopslag is niet toegestaan;
  • k. reclame-uitingen zijn niet toegestaan;
  • l. laden en lossen mag uitsluitend op eigen terrein plaatsvinden;
  • m. de activiteit milieuhygiënisch aanvaardbaar is.

7.6.2 Bewoning als afhankelijke woonruimte

Bewoning als afhankelijke woonruimte is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. er dient een (bedrijfs)woning legaal aanwezig te zijn;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte mag niet meer dan 75 m² bedragen;
  • e. er ontstaat geen zelfstandige woning.

7.7 Aanlegvergunning
7.7.1 Verbod (algemeen)

Het is verboden op of in de gronden, met uitzondering binnen het bouwvlak zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders, gehoord de waterbeheerder, op de gronden bedoeld in dit artikel in ieder geval de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

  • a. afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. aanleggen van verhardingen;
  • c. aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

7.7.2 Verbod (ter plaatse van de aanduidingen)

Het is verboden op of in de gronden, met uitzondering binnen het bouwvlak zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders ter plaatse van de aangeduide waarden behalve de in artikel 7.7.1 genoemde werkzaamheden tevens de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

a Kleine landschapselementen
  • indrijven, draineren, aanleg sloot/greppel, dempen sloot/greppel;
  • onderbemalen, aanbrengen oeverbeschoeiing;
  • opplanten, rooien bomen, planten bomen, omzetten van grasland naar bouwland;
  • perceelsindeling wijzigen;

b Leefgebied amfibieën
  • diepploegen, indrijven, met uitzondering ten behoeve van afrasteringen;
  • aanleg dammen, aanleg stuwen, aanleg sloot/greppel, dempen sloot/greppel;
  • rooien houtgewas, planten houtgewas, omzetten van grasland naar bouwland.

c Beschermingsgebied natte natuur
  • verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van meer dan 100 m2 of op een diepte van meer dan 0,60 meter onder maaiveld, verharden oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • aanleg dammen, aanleg stuwen, graven sloten, dempen sloten, aanbrengen oeverbeschoeiing, aanleg van drainage;
  • rooien houtgewas, planten houtgewas.

7.7.3 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 7.7.1 en 7.7.2 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

7.7.4 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld in 7.7.1 en 7.7.2 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. door die werken of werkzaamheden danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de agrarische en/of landschappelijke functies en waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
  • b. werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis dan wel die behoren tot het op de bestemming van de gronden gerichte normale onderhoud en beheer.

7.8 Wijzigingsbevoegdheden
7.8.1 Een andere vorm van bedrijf

Het wijzigen van de aanduiding binnen de bestemming Bedrijf ten behoeve van een ander type bedrijf is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. omliggende agrarische bedrijven niet worden belemmerd;
  • b. de bedrijven mogen uitsluitend worden gewijzigd in bedrijven zoals opgenomen in de Lijst van toegestane bedrijfsactiviteiten op voormalige agrarische bedrijfslocaties, zoals opgenomen in bijlage 2 mits dit maximaal categorie 1 en 2 bedrijven betreffen conform de Lijst van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 8;
  • c. een goede landschappelijke inpassing plaatsvindt;
  • d. bestaande natuur- en/of landschappelijke waarden mogen niet in onevenredige mate worden aangetast;
  • e. ter plaatse van de aanduiding milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied is het niet toegestaan kapitaalintensieve ontwikkelingen te ontplooien;
  • f. overtollige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt;
  • g. buitenopslag is niet toegestaan;
  • h. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van ondergeschikte nevenactiviteiten;
  • i. de gronden niet zijn gelegen binnen de groene hoofdstructuur - natuur of groene hoofdstructuur - landbouw;
  • j. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking mag niet worden vergroot en de parkeerbehoefte dient binnen het bouwvlak gerealiseerd te worden;
  • k. nieuwe bebouwing is niet toegestaan;
  • l. advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.

7.8.2 Wijzigen bestemming Bedrijf - 1 naar Recreatie

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de bestemming Bedrijf - 1 te wijzigen in de bestemming Recreatie ten behoeve van een verblijfsreacreatie mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. eventuele verbouwingen, die voor de nieuwe functie nodig zijn, dienen binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd worden;
  • b. in geval van appartementenverhuur binnen de boerderij geldt dat er maximaal 10 appartementen gerealiseerd mogen worden, die ieder een maximale inhoud mogen hebben van 200 m3;
  • c. de appartementen mogen voor maximaal vier aaneengesloten weken worden verhuurd;
  • d. op basis van een erfbeplantingsplan dient de landschappelijke inpassing verzekerd te zijn;
  • e. het initiatief moet passen binnen de draagkracht van het gebied;
  • f. het initiatief dient milieuhygiënisch aanvaardbaar te zijn;
  • g. er dient te zijn voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
  • h. er geen beperking plaatsvindt van de omliggende agrarische bedrijven;
  • i. de functiewijziging mag slechts een beperkte verkeersaantrekkende werking hebben, welke bovendien bij de ontsluitingssituatie ter plaatse past;
  • j. buitenopslag is niet toegestaan;
  • k. indien de gronden gelegen zijn binnen de aanduiding groene hoofdstructuur - natuur of groene hoofdstructuur - landbouw dient advies te worden ingewonnen bij de commissie Recreatie en Toerisme;
  • l. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast.