direct naar inhoud van Toelichting
Plan: De Run 2012 ASML geluid
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0861.031105derunasmlge-0302

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Op basis van hoofdstuk V van de Wet geluidhinder (Wgh) dient rondom een industrieterrein, waarop bepaalde typen lawaaiproducerende bedrijven zijn gevestigd, of kunnen worden gevestigd, een geluidzone te worden vastgesteld. Deze type bedrijven zijn aangewezen in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht en werden voorheen aangeduid met het begrip A-inrichtingen of ‘grote lawaaimakers’. De geluidzone vormt een bufferzone tussen de bedrijven op een industrieterrein en de geluidsgevoelige bestemmingen in de omgeving. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting vanwege alle bedrijven op een industrieterrein tezamen niet hoger zijn dan 50 dB(A). Binnen de zone gelden beperkingen voor geluidgevoelige bestemmingen.

De inrichtingsgrenzen van ASML zijn op grond van de Wgh voorzien van een geluidzone. Deze geluidzone is vastgelegd in het bestemmingsplan “Zonering bedrijventerrein De Run (ASML en omgeving)”.

Het bedrijf ASML betreft een zeer dynamisch bedrijf dat voornemens is de (hoofd)vestiging in Veldhoven verder uit te breiden. Vanwege de momenteel aan de orde zijnde verdere uitbreiding van de inrichting ASML dient ook de geluidzone te worden aangepast. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op deze uitbreiding.

Onderhavig plan voorziet in een vergroting van de huidige geluidzone en vervangt hiermee het bovengenoemde vigerende bestemmingsplan. Aangezien onderhavig plan enkel voorziet in een geluidzone blijven de onderliggende bestemmingsplannen van kracht. Onderhavig plan kan dan ook beschouwd worden als een gedeeltelijke herziening van de onderstaande bestemmingsplannen:

  • Bestemmingsplan “Buitengebied 2009”;
  • Bestemmingsplan “Buitengebied 2009, eerste herziening”;
  • Bestemmingsplan “De Run 2008, herziening I, 2010”;
  • Bestemmingsplan “Kempenbaan-Oost”;
  • Bestemmingsplan "De Run ASML 2012" (status ontwerp en procedure loopt parallel aan onderhavig plan).

Hoofdstuk 2 Het plangebied en ASML

2.1 Situering

Het plangebied is gelegen aan de zuidzijde van Veldhoven en omvat de geluidzone van ASML. Deze geluidzone is bepaald op basis van een door Bureau Peutz uitgevoerd akoestisch onderzoek (zie hoofdstuk 4 van onderhavige toelichting). De nevenstaande luchtfoto geeft een indicatie van de ligging van het plangebied.

2.2 De ontwikkeling van ASML

Zoals reeds gesteld betreft ASML een zeer dynamisch bedrijf dat continue bezig is met doorontwikkeling. Het bijhouden en met name entameren van technische ontwikkelingen is derhalve essentieel voor de continuïteit van het bedrijf. Hierdoor is ook sprake van vaak “stormachtige” ontwikkelingen rondom ASML, waarbij ruimtelijk-planologische aanpassingen zich in ongebruikelijk snel tempo opvolgen. Het is mede hierom dat thans wordt gekomen tot een verdere uitbreiding van het bedrijfsterrein van ASML op basis van vernieuwing van het planologisch kader voor de gehele inrichting van ASML, ondanks het feit dat grotendeels sprake is van (redelijk) recente bestemmingsplannen voor de betreffende gronden.


In 2011 is reeds planologische medewerking gevraagd en gekregen voor een uitbreiding van ASML direct aansluitend aan de bestaande inrichting.


Deze uitbreiding had betrekking op de realisatie van productieruimten met bijbehorende kantoorruimten en een parkeergebouw en kon relatief eenvoudig plaatsvinden op naastgelegen gronden die reeds grotendeels als bestaand industrieterrein bestemd en in gebruik waren. Aanpassing van het aldaar vigerende juridisch-planologisch in het nieuwe bestemmingsplan “De Run 2008, herziening ASML I” heeft plaatsgevonden om fysiek aansluiting te kunnen vinden bij de bestaande gebouwen van ASML, om de activiteiten van ASML als inrichting ex artikel 2.1 lid 3 Besluit omgevingsrecht (Bor) ter plaatse mogelijk te maken, alsmede om de voor de bedrijfsvoering van ASML noodzakelijke bouwhoogte te kunnen realiseren.


Thans is een verdere uitbreiding van ASML aan de orde deels aansluitend aan de bestaande inrichting en deels aan de overzijde van De Run 6800, op gronden deels reeds bestemd als industrieterrein en gronden deels bestemd als agrarisch gebied. Tevens gaat het om enkele percelen ten noorden van de Run 6300/ 6700.


Door het opzetten van een nieuw voor de gehele inrichting omvattend, bestemmingsplan wordt versnippering tegengegaan. De eenduidigheid van bebouwings- en gebruiksmogelijkheden wordt bevorderd en aangesloten bij de inmiddels voor het bedrijf ASML van toepassing zijnde milieucategorie. Dit nieuwe bestemmingsplan betreft het bestemmingsplan “De Run 2012, ASML” en is parallel in procedure gebracht met onderhavig bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0861.031105derunasmlge-0302_0001.png"

2.3 Het vigerende bestemmingsplan "Zonering bedrijventerrein de Run (ASML en omgeving)"

ASML betreft een bedrijf dat valt onder artikel 2.1. derde lid van het Besluit omgevingsrecht.

Dergelijke bedrijven waren in eerste instantie op industrieterrein De Run planologisch niet toegestaan. Omdat feitelijk de geluidsproductie van ASML alleszins aanvaardbaar was en de classificatie ex artikel 2.1. lid 3 Bor voortkwam uit de omvang van de bedrijfsvoering van ASML (het totale motorisch vermogen binnen de inrichting en niet de geluidsproductie op zich) deden zich geen beletselen voor om ASML ter plaatse te behouden.


Hierop is door de gemeenteraad van de gemeente Veldhoven op 30 september 2008 vastgesteld en door het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord Brabant op 19 december 2008 goedgekeurd het bestemmingsplan “Zonering bedrijventerrein de Run (ASML en omgeving)”, waarin ter plaatse van de inrichting van ASML een bedrijf ex artikel 2.1. lid 3 Bor werd toegestaan en rondom dit bedrijf de bijbehorende geluidzone is gelegd.


Binnen de geluidzone, zoals opgenomen in het bovengenoemde plan (en onderhavig plan), is de vestiging van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen uitsluitend toegestaan indien het College van B&W van de gemeente Veldhoven een hogere waarde in de zin van de Wet geluidhinder vaststelt. Op de grens van de geluidzone dient sprake te zijn van een geluidsniveau van maximaal 50 dB(A). Voor de direct omliggende bedrijven en bedrijfswoningen geeft dit een voordeel ten opzichte van de op grond van reguliere wetgeving voor bedrijven geldende geluidsnorm van 55 dB(A).


Vanwege de momenteel aan de orde zijnde verdere uitbreiding van de inrichting van ASML dient ook de geluidzone te worden aangepast. Het vigerend bestemmingsplan is derhalve niet langer toereikend om de geluidzone van ASML te ondervangen. De aanpassing van de geluidzone is derhalve vertaald in het onderhavige bestemmingsplan.


Noemenswaardig is dat de toewijzing van de gronden waar een bedrijf ex artikel 2.1. lid 3 Bor (op onderstaande plankaart nog aangeduid als 2.4 inrichting) zich mag vestigen op is genomen in het bestemmingsplan “De Run 2012, ASML”. Onderhavig plan is dan ook enkel toegespitst op de (nieuwe) geluidzone van ASML.



Hoofdstuk 3 Wettelijk kader en doel van een geluidzone - industrie

3.1 Wettelijk kader

De geluidzone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zonegrens. De geluidbelasting ten gevolge van de activiteiten op het gezoneerde industrieterrein dient buiten de geluidzone 50 dB(A)-etmaalwaarde of lager te zijn (zie nevenstaande afbeelding voor de buitenste zonegrens waarvoor de 50 dB(A)-etmaalwaarde geldt).

afbeelding "i_NL.IMRO.0861.031105derunasmlge-0302_0002.png"

Voor binnen de zone gelegen woningen geldt een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A)-etmaalwaarde. Voor binnen de zone gelegen woningen kunnen hogere waarden dan 50 dB(A) worden vastgesteld, tot maximaal 55 dB(A) voor geprojecteerde woningen en 60 dB(A) voor aanwezige of in aanbouw zijnde woningen. Voor scholen en ziekenhuizen geldt dat de hogere waarde maximaal 60 dB(A) mag bedragen en voor medische centra maximaal 55 dB(A).


De zone is dus het gebied, behalve het industrieterrein zelf, waarbinnen vanwege dat industrieterrein een geluidsbelasting mag heersen van 50 dB(A) etmaalwaarde of meer.


Deze eis is vastgelegd in artikel 40 van de Wet geluidhinder (Wgh) en gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet milieubeheer (Wm). Gevolg hiervan is, dat zowel bij ruimtelijke plannen, als bij het verlenen van milieuvergunningen rekening wordt gehouden met de geluidzone die om het industrieterrein is gelegen.

3.2 Doel

Het doel van de zone is het vormen van een buffer (ruimtelijke scheiding) tussen industriële activiteiten en woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen, zoals ziekenhuizen en onderwijsgebouwen. De keuze van de ligging van de zone is gebaseerd op een afweging tussen de ruimte voor de industrie en de ruimte voor geluidsgevoelige objecten. De geluidzone zelf vormt hierbij een aandachtsgebied voor geluid, waarin niet zonder meer woningen (en andere geluidgevoelige objecten) mogen worden gebouwd. De geluidzone voorkomt enerzijds dat woonbebouwing oprukt in de richting van bedrijven. Anderzijds geeft de geluidzone de akoestische ruimte aan waarover bedrijven op het industrieterrein maximaal kunnen beschikken.


Een ruimtelijke scheiding tussen bedrijven en milieugevoelige bestemmingen vastleggen in het bestemmingsplan biedt daarmee zowel de omgeving (omwonenden) als bedrijven rechtszekerheid over de kwaliteit van het gebruik van hun kavel. Bij het verlenen van een milieuvergunning voor een bedrijf op een gezoneerd industrieterrein moet het bevoegd gezag de grenswaarde binnen de geluidszone in acht nemen. Dit wordt ook wel het toetsen aan een geluidzone genoemd. Deze toets is verplicht voor alle bedrijven op het industrieterrein die vallen binnen het toepassingsgebied van de Wet milieubeheer. Dus ook de niet-vergunningplichtige bedrijven (zogenaamde AMvB-bedrijven: bedrijven die sinds 1 januari 2008 onder het Activiteitenbesluit vallen) moeten getoetst worden aan de wettelijke grenswaarde voor de geluidszone. De vergunningverlener moet hierbij ook rekening houden met eventueel hogere grenswaarden die zijn vastgesteld voor binnen de geluidzone gelegen geluidsgevoelige bestemmingen. Elk bedrijf mag dus een in de milieuvergunning vastgelegde geluidsbelasting veroorzaken op de toetsingspunten. Dit wordt ook wel de geluidsruimte van een bedrijf genoemd.

Hoofdstuk 4 De nieuwe geluidzone van het bedrijventerrein

4.1 Algemeen

Zoals reeds aangegeven heeft de verdere uitbreiding van ASML tot gevolg dat de geluidzone van dit bedrijf vergroot moet worden. Om te bepalen wat de nieuwe grenzen zijn van de geluidzone is een akoestisch onderzoek uitgevoerd.

4.2 Akoestisch onderzoek

Door Bureau Peutz is in juli 2012 een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek vindt plaats ten behoeve van het vaststellen van een wijziging van de geluidzone ex artikel 40 van de Wet geluidhinder (Wgh) van het gezoneerde industrieterrein. Doel van het onderzoek is de gegevens te verschaffen op basis waarvan in het bestemmingsplan een adequate geluidzone kan worden opgenomen. Tevens worden de optredende maximale geluidniveaus ten gevolge van de activiteiten op de geprojecteerde uitbreiding van het bedrijfsterrein getoetst aan de richtlijnen van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (Handreiking).


Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de geluidbelasting van de relevante geluidgevoelige bestemmingen in de omgeving van het uitgebreide industrieterrein voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). De geluidbelasting op de bebouwingsgrens van het ziekenhuis voldoet aan de verleende hogere waarde van 55 dB(A). De maximale geluidniveaus ten gevolge van de geprojecteerde uitbreiding voldoen ter plaatse van de dichtstbijgelegen woningen aan de maximale grenswaarden volgens de Handreiking van 70, 65 en 60 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode.


Ter plaatse van de bebouwingsgrens van het ziekenhuis Máxima Medisch Centrum (MMC) zijn in het kader van het Bestemmingsplan zonering bedrijventerrein De Run (ASML en omgeving) reeds hogere waarden verleend van 55 dB(A)-etmaalwaarde. Dit houdt in dat de geluidbelasting ten gevolge van de activiteiten op het gezoneerde industrieterrein ter plaatse van deze bebouwingsgrens 55 dB(A)-etmaalwaarde of lager dient te zijn.


De thans geprojecteerde uitbreiding is gelegen buiten de huidige inrichtingsgrens en grens van het gezoneerde industrieterrein. Op de uitbreiding wordt in het kader van het bestemmingsplan ASML 2012 de vestiging van bedrijven mogelijk gemaakt, die genoemd zijn in onderdeel D van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Op grond van artikel 41 Wgh dienen dergelijke terreinen voorzien te zijn van een geluidzone. In de onderhavige situatie wordt het gezoneerde industrieterrein uitgebreid en voorzien van een gewijzigde geluidzone. In het bijgevoegde figuur is een voorstel opgenomen voor de uitbreiding van de zonegrens. Hierbij is aan de zuidzijde de huidige ligging van de zonegrens parallel aan de A67 doorgetrokken op een afstand van circa 200 m van de uitbreiding van grens van het industrieterrein. Aan de westzijde is de afstand van circa 200 m eveneens toegepast, waarna de zonegrens ter plaatse van de woning Heiberg 34 (positie 16 in het bijgevoegde figuur) terugloopt tot op circa 25 m afstand van de uitbreiding van de grens van het industrieterrein. Aan de noordzijde bedraagt de afstand van de zonegrens tot de uitbreiding van de grens van het industrieterrein aan de westzijde circa 50 m en aan de oostzijde ter plaatse van de woning De Run 6814 (positie 6 in bijgevoegd figuur) circa 10 m. Met deze ligging van de zonegrens zijn geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen binnen de voorgestelde geluidzone gelegen. Tevens wordt de voor het huidige terrein beschikbare geluidruimte aan de zuidzijde op een vergelijkbare wijze beschikbaar gesteld voor de uitbreiding van het industrieterrein.


In de Handreiking zijn voor de maximale geluidniveaus gemeten in meterstand 'fast' (LAmax) voor de gevels van woningen grenswaarden opgenomen van 70, 65 en 60 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode.


Voor nadere informatie ten aanzien van het akoestisch onderzoek wordt doorverwezen naar het onderzoeksrapport dat in de Bijlage is opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0861.031105derunasmlge-0302_0003.png"

Hoofdstuk 5 Juridische plantoelichting

5.1 Algemeen

Een bestemmingsplan is een planologische regeling die zowel de burger als de overheid rechtstreeks bindt. De regels en verbeelding dienen als één geheel te worden beschouwd en kunnen niet los van elkaar worden gezien. De toelichting op de regels en verbeelding is niet juridisch bindend, maar biedt wel inzicht in de belangenafweging die tot de aanwijzing van bestemmingen heeft geleid. Bovendien draagt de toelichting bij aan de planinterpretatie.


Om inzicht te geven in de juridische opzet zijn hierna de systematiek en de opbouw van het bestemmingsplan toegelicht. Eerst wordt ingegaan op de opzet van de regels en verbeelding. Daarna wordt de wijze van toetsen toegelicht. Tot slot wordt een artikelsgewijze toelichting op de regels gegeven.

5.2 Doelstelling en planopzet

Het voorliggende bestemmingsplan betreft een aanpassing van de geluidzone van ASML dat momenteel vastgelegd is in het bestemmingsplan “Zonering bedrijventerrein de Run (ASML en omgeving)”. Onderhavig plan voorziet in een vergroting van de huidige geluidzone en vervangt hiermee het bovengenoemde vigerende bestemmingsplan. Aangezien onderhavig plan enkel voorziet in een geluidzone blijven de vigerende bestemmingsplannen van kracht. Dit betreft de volgende bestemmingsplannen:

  • Bestemmingsplan “Buitengebied 2009”;
  • Bestemmingsplan “Buitengebied 2009, eerste herziening”;
  • Bestemmingsplan “De Run 2008, herziening I, 2010”;
  • Bestemmingsplan “Kempenbaan-Oost”;
  • Bestemmingsplan "De Run ASML 2012" (status ontwerp en procedure loopt parallel aan onderhavig plan).


In het kader van de digitaliseringsplicht uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het plan afgestemd op de RO-standaarden en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).


De standaard voor bestemmingsplannen van Veldhoven is inmiddels op onderdelen aangepast. Voor dit bestemmingsplan wordt deels aangesloten bij de aangepaste standaardregels. De regels zijn voorts opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2012) welke bindende standaarden geeft voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. Hiermee worden bestemmingsplannen op vergelijkbare wijze opgebouwd en op een zelfde manier verbeeld.

5.3 Opzet regels

Onderhavig plan betreft enkel een gedeeltelijke herziening van de in paragraaf 5.2 genoemde bestemmingsplannen. Middels deze gedeeltelijke herziening wordt de nieuwe geluidzone van ASML vastgelegd. Dit bestemmingsplan bevat dan ook geen bestemmingsregels.

5.4 Verbeelding

Op de verbeelding is het gebied ingetekend waarop het bestemmingsplan betrekking heeft. Deze verbeelding heeft een directe juridische binding. Voor zover het ondergrondgegevens betreft (b.v. ingetekende gebouwen) kunnen aan de verbeelding geen rechten worden ontleend.

De verbeelding van onderhavig plan bevat enkel een gebiedsaanduiding ‘Geluidzone - industrie’. De grenzen van deze gebiedsaanduiding zijn afgestemd op de resultaten van het akoestisch onderzoek dat in hoofdstuk 4 samengevat is.

5.5 Artikelsgewijze toelichting

In deze paragraaf worden de artikelen die tezamen de regels vormen afzonderlijk besproken.


Hoofdstuk 1 Inleidende regels


Artikel 1 Begripsbepalingen

In artikel 1 is een aantal begrippen nader uitgelegd. Door het opnemen van definities wordt geprobeerd inzicht te geven in de betekenis van de gebruikte term. Het doel is het scheppen van duidelijkheid en eenduidigheid. De begripsbepalingen zijn in alfabetische volgorde opgenomen.


Voor zover het gaat om wet- en regelgeving wordt in de begripsomschrijving aangegeven dat het gaat om de regeling zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het plan: er is dus sprake van een fixatie in tijd. Gekeken moet dus worden naar de wet- en regelgeving, zoals die eruit zag op het moment dat het bestemmingsplan officieel terinzage is gelegd.


Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Met de anti-dubbeltelregel wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij het toestaan van een bouwplan (zoals verleende bouwvergunning of omgevingsvergunning) is meegenomen, niet nog eens bij de verlening van een nieuwe omgevingsvergunning mag worden meegenomen. De anti-dubbeltelregel heeft uitsluitend betrekking op situaties die plaatsvinden onder het geldende bestemmingsplan. Het is dus niet zo dat gronden die zijn meegeteld bij het verlenen van een bouwvergunning/ omgevingsvergunning onder een vorig bestemmingsplan, bij het verlenen van een omgevingsvergunning onder het nieuwe bestemmingsplan ook buiten beschouwing moeten worden gelaten.


Hoofdstuk 2 Algemene regels


Artikel 3 Algemene aanduidingsregels (Geluidzone - industrie)

Middels de aanduiding ‘Geluidzone - industrie’ wordt rondom het plangebied een gebied aangegeven waarbinnen de vestiging van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen uitsluitend is toegestaan indien B&W een hogere waarde in de zin van de Wet geluidhinder hebben vastgesteld. Tevens is vastgelegd dat ter plaatse van de buitenste aanduidingsgrens de geluidbelasting niet meer mag bedragen dan 50 dB(A).


Artikel 4 Overige regels

Daar waar onderhavig plan enkel een gedeeltelijke herziening betreft van een viertal bestemmingsplannen ten aanzien van de geluidzone is in dit artikel aangegeven om welke bestemmingsplannen het hier gaat. Hierbij is vastgelegd dat de vigerende regels van deze betreffende bestemmingsplan van kracht blijven en dat deze dus aangevuld worden met de regels die gelden vanuit onderhavig bestemmingsplan.


Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels


Artikel 5 Overgangsrecht

In dit artikel is een regeling opgenomen voor bestaande zaken en rechten die niet in overeenstemming zijn met de overige regelingen in dit bestemmingsplan en mits niet strijdig met het voorheen geldende bestemmingsplan met de daaronder begrepen overgangsbepaling. De bepaling is (verplicht) overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening. Zo wordt in dit artikel bepaald dat de bestaande bouwwerken en vergunde rechten tot het oprichten van een bouwwerk worden gerespecteerd, ook al wijken deze van de overige bepalingen af. Deze bouwwerken mogen gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd. Het is dus niet toegestaan om een bouwwerk af te breken en geheel opnieuw op te bouwen. Evenmin is het geoorloofd om een bouwwerk geleidelijk aan geheel te vernieuwen. In geval een bouwwerk door een calamiteit geheel verloren is gegaan, mag wel tot gehele nieuwbouw worden overgegaan, mits de bouwvergunning/ omgevingsvergunning binnen een termijn van twee jaren na de calamiteit is aangevraagd. Deze bouwwerken mogen voorts, via een afwijking, eenmalig nog met maximaal 10% worden uitgebreid. Het voorgaande is niet van toepassing op bouwwerken die zijn gebouwd in strijd met het geldend bestemmingsplan (met inbegrip van de hierin opgenomen overgangsbepaling).


Voor gebruik van gronden en opstallen is eveneens bepaald dat het strijdig gebruik mag worden gecontinueerd. Hierop zijn verschillende uitzonderingen gemaakt. Zo blijft gebruik dat reeds onder het hiervoor geldende bestemmingsplan illegaal is aangevangen en ook volgens het nieuwe bestemmingsplan niet kan, illegaal en mag dus niet worden gecontinueerd.


Artikel 6 Slotregel

In dit artikel is de benaming van het plan opgenomen.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Overleg

Het concept ontwerpbestemmingsplan ‘De Run 2012 ASML, geluid’ is op 28 november 2012 in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro toegezonden aan de overleginstanties. In totaal hebben twee overlegpartners een reactie op het concept ontwerpbestemmingsplan ingediend.

Deze reactie zijn samengevat en beantwoord in Nota vooroverleg en heeft tot doel belangstellenden in de gelegenheid te stellen om kennis te nemen van de overlegreacties en het standpunt daarover van de gemeente Veldhoven. Per reactie is aangegeven of en in welke mate de reactie aanleiding geeft tot aanpassing van het concept ontwerp-bestemmingsplan ‘De Run 2012 ASML, geluid’.

De Nota vooroverleg is als Bijlage 2 bijgevoegd aan onderhavige plantoelichting.

6.2 Inspraak

PM

6.3 Economische uitvoerbaarheid

Ten aanzien van de financieel-economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan zijn enkele aspecten te onderscheiden. De plankosten komen voor rekening van ASML.


Aan dit bestemmingsplan zijn, behoudens de kosten voor het opstellen van het plan en het begeleiden van de procedure, voor de gemeente geen kosten verbonden. Tussen ASML en de gemeente Veldhoven is een anterieure overeenkomst gesloten, zodat genoegzaam in kostenverhaal inclusief planschadekostenverhaal wordt voorzien en derhalve geen exploitatieplan behoeft te worden opgesteld.


Uit het voorgaande vloeit voort dat de financieel-economische haalbaarheid van het bestemmingsplan afdoende is gewaarborgd.