Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Schoot 16-19
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0861.011800SCHOOT1619-0402

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen;
b. de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in hoofdgebouwen en bijgebouw(en), met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van de activiteiten, maximaal 75 m2 van het vloeroppervlak per woning bedraagt en uitgevoerd wordt door de bewoner;
c. ter plaatse van de aanduiding ‘reconstructiewetzone – extensiveringsgebied’, een extensiveringsgebied.
 
met de daarbij behorende:
d. tuinen, erven en terreinen;
e. parkeervoorzieningen;
f.  waterhuishoudkundige voorzieningen;
g. groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.
 
4.2.1 Woning
a. per bouwvlak is maximaal 1 woning toegestaan;
b. de maximale goothoogte van de woning bedraagt 4 meter;
c. de maximale bouwhoogte van de woning bedraagt 8 meter;
d. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
e. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 600 m³, dan wel niet meer dan zoals legaal aanwezig op het moment van ter visie legging van het ontwerpplan;
f.  afstand tot de bouwperceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen;
g. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 15 meter.
 
4.2.2 Bijgebouwen
a. per bestemmingsvlak zijn maximaal twee bijgebouwen toegestaan;
b. het gezamenlijk oppervlak aan bijgebouwen bij de woning mag maximaal 304 m2 bedragen met uitzondering van het geval de totale inhoud van hoofdgebouwen en bijgebouwen tezamen meer bedraagt dan 1500 m³. In dergelijke gevallen is het niet toegestaan nieuwe bijgebouwen op te richten;
c. de maximale goothoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter;
d. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen;
e. een bijgebouw dient op een minimale afstand van 4 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
f.  de minimale afstand van nieuw te bouwen vrijstaande bijgebouwen tot aan de as van de weg waaraan wordt gebouwd bedraagt 20 meter. Ingeval de voorgevel van de bijbehorende woning op een grotere afstand tot de weg is gelegen, moeten bijgebouwen 4 meter achter het verlengde van deze voorgevel worden gebouwd;
g. de afstand van de bijgebouwen tot de woning bedraagt minimaal 5 meter en maximaal 15 meter.
 
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt achter de gevellijn 2 meter;
b. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de gevellijn 1 meter;
c. de maximale bouwhoogte van een kleinschalige windenergievoorziening bedraagt 15 meter;
d. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt achter de gevellijn 3 meter;
e. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt voor de gevellijn 1 meter, met uitzondering van pergola's waarvan de maximale bouwhoogte 2,5 meter bedraagt;
f.  de afstand tot de bouwperceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
g. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 10 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding;
f.  ter waarborging van het watersysteem zodat hydrologisch neutraal wordt ontwikkeld.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
a. detailhandel;
b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
c. seksinrichtingen;
d. kamperen;
e. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
f.  bewoning als afhankelijke woonruimte.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van de gebruiksregels voor:
 
4.5.1 Een aan huis gebonden bedrijf
Een aan huis gebonden bedrijf in hoofd- en bijgebouwen is toegestaan, indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:
a.  de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 100 m2 van de bebouwing;
b.  de woonfunctie blijft behouden;
c.  er dient een woning legaal aanwezig te zijn;
d.  het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer;
e.  geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt wordt;
f.   alleen ondergeschikte detailhandel die rechtstreeks verband houdt met het ter plaatse uitgeoefende bedrijf is toegestaan;
g.  horeca is niet toegestaan;
h.  het bedrijf mag geen publieksgericht karakter en geen onevenredig verkeersaantrekkende werking hebben;
i.   er dient te zijn voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
j.   buitenopslag is niet toegestaan
k.  reclame-uitingen zijn niet toegestaan;
l.   laden en lossen mag uitsluitend op eigen terrein plaatsvinden;
m. de activiteit milieuhygiënisch aanvaardbaar is.
 
 
4.5.2 Bewoning als afhankelijke woonruimte
Bewoning als afhankelijke woonruimte is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg;
b. er dient een woning legaal aanwezig te zijn;
c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte mag niet meer dan 75 m² bedragen;
e. er ontstaat geen zelfstandige woning.