direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene aanduidingsregels
Plan: Zilverbaan, 2e fase Westelijke Ontsluitingsroute
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0861.011400ZILVERBAAN-0303

Artikel 10 Algemene aanduidingsregels

10.1 Luchtvaartverkeerszone - ILS (Instrument landing System)
10.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding ' Luchtvaartverkeerszone - ILS (Instrument landing System) ' geldt dat die gronden -naast de andere aangewezen bestemming(en)- primair bestemd zijn als invliegroute van het vliegverkeer en het daarbij behorende verstoringsvlak van het Instrument Landing System (ILS) ter waarborging van de vliegveiligheid.

10.1.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in 10.1.1 mag de bouwhoogte maximaal 25 m bedragen.

10.1.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.1.2 en toestaan dat een hogere bouwhoogte wordt gerealiseerd.

a Afwegingskader

Een in artikel 10.1.3 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien de werking van het Instrument Landing System (ILS) niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed en voorafgaand aan het verlenen van de ontheffing schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de betrokken Instrument Landing System (ILS).

b Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in Artikel 13 genoemde procedure.

10.1.4 Aanlegvergunning
a Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'Luchtvaartverkeerszone - ILS (Instrument landing System)' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren:

  • 1. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting;
  • 2. het ophogen van gronden.
b Uitzondering op verbod

Het in 10.1.4 onder a vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:

  • 1. die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen aanlegvergunning is verleend;
  • 2. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het bestemmingsplan geen aanlegvergunning is verleend;
  • 3. welke betreffen het normale onderhoud, beheer en gebruik.
c Afwegingskader

De in 10.1.4 onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, de werking van het Instrument Landing System (ILS) niet onaanvaardbaar negatief wordt beïnvloed.

d Procedure

Voor een besluit tot het geven van een aanlegvergunning geldt de in Artikel 13 vermelde procedure. Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een aanlegvergunning horen burgemeester en wethouders de beheerder van het Instrument Landing System (ILS).